eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4183. 1639 juni 25. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Wij hoopen, dat Hesdin haest sal Fransch sijn, hoewel te vresen stont, indien Piccolomini2 derrewaerts sijn cours hadde gewent, alsoo de circumvallatie van 't leger niet en was voltrocken. Maer nu hooren wij, dat Piccolomini hebbende Mouson belegert de cours neemt nae Lorraine, misschien verder tot defensie van de Franche Comté, die peryckel loopt vanwegen het leger van den hertogh van Wimar3, 'twelck vooralsnoch daer blijft ende schijnt de intentie te hebben van Salines aen te tasten ende, soo dat wel geluckt, Bezanson. Den hertogh selve is geweest te Hoogentwiel, van daer gegaen nae Rijnfeld ende, soo men gelooft, voorts nae de Franche Comté. Men seit sijne fürstelijcke Genade buiten de

    426

    garnisoenen soude connen uitbrengen vijfduisent man te paerd, sevenduisent te voet, 'twelck ick geloof met discretie gelijck ick oock doe van alle de reste, als dat den marescal de Chastillon4 met hetgeen gesalveert is van het volck van Monsieur de Feuquière5 heeft twintighduisent man, monsieur de la Millerays6 veel meer voor Hesdin, den prins van Condé7, die twee ofte drie casteelen in het graefschap van Roussillon genomen hebbende nu de stad selve belegert, bij de dertichduisent man te voet ende vierduisent paerden.

    In Italië gaen de saecken noch niet wel. Den marquys de Leganes8 werdt geseit Sania becomen te hebben; heeft soo veel volcx, dat eenige uit Italie, eenige oock uit de roomschgesinden Switsersche cantons gaen nae Duitschlant om de saecken daer te redden, waertoe Gleen9 heeft bij den andere omtrent achtduisent man in 't Wirtenberger lant ende, dat het quaedste is, verstaen wij nu, dat Haetzfeld10 sich met Galas11 heeft gevoucht, waerover den heer Bannier12 op sijn stuck sal hebben te letten.

    Den paus13 op het gestaedigh aenhouden van den keiser14 geeft twintichduisent croonen ter maent aen tot conservatie van de religie in Duitschlant ende werden de princen van Italie mede seer gesolliciteert om nae haere macht te contribueren.

    De Fransche vloot bestaet uit houten schepen soo van oorlogh als anderen. Ontrent achtduisent man van den hertogh van Longueville15 sijn de engte van de bergen gepasseert.

    Van de saecken van Engellant can ick niet seeckers oordeelen lettende op de placcaten van den coning16, daerentegen de fierheit van de Schotten, de pasquillen, die tegen de bisschoppen in Engellant werden gestroit, ende de seer verschillende intentiën. Evenwel verstae ick garen, dat de saeck gebracht werdt tot een conferentie, waertoe vanwegen Engellant sijn gedeputeert den graven van Hollant17 ende Bristou18 ende de heer secretaris Couch19. 't En behaegt mij niet, dat de Schotten een parlement willen hebben in dese tijdt ende daertoe 't consent van den coning versoecken, ende dat deselve Schotten eene Schotsche graef Lyntzai20 genaemt in gevanckenis hebben gestelt als hem houdende te seer hellende aen des conincs zijde.

    427

    Venetië vreest noch voor den Turck21, niet sonder groote reden.

    Ick come nu tot uE. brief van den 13 Iuny22.

    't Is mij leedt, dat uE. nae Groningen gaet, als mijn huisvrouw comt ende misschien niet van daer sal connen comen, soo haest als uEd. wel soude wenschen. Misschien dat de commissie met eenich insicht is gegeven.

    Noch meer becommert mij 't geschil tusschen uEd. ende d'heer Spierinck23. Ick sende uE. den brief van den advocaat Graswinckel24; of die in alles recht gaet ofte niet, can ick niet soo wel gissen als wel de vrunden aldaer uit discoursen ende actiën connen oordeelen. De reden van mijne becommering is, dat ick sie, dat uE. redenen sijn gefundeert in re ipsa et in exemplo pernitioso, soo men deghene, die uit goede meeninge advysen geven, wil dwingen haeren auteur25 te noemen, tegen de debvoiren van vrindschap ofte van belofte. Ick ken daerentegen de bouttades van die man, dicmael gemengt met obstinaetheit. Ende de saecke selve, als die al waer waere geweest, dat hij een van mijne brieven aen mijne vrienden hadde gecommuniceert, was niet waerd soo veel rumoers daervoor te maecken, 'twelck mij doet naedencken hebben van dat hij met dit gerucht hem heeft gesocht heel wel te stellen met den heer, die uE. bij hem hebt gevonden26 ende anderen van dit slagh. Want sulcke treecken heb ick hem meer sien gebruicken. Daerom wilt op alles wel letten ende, hoewel ick mijn huisvrouw gebeden heb te arbeiden tot accommodement, niet doen ofte laeten om mijnentwil, dat de eer ende reputatie vereischt gedaen ofte gelaeten te werden. Dat onder dit stuck eenigh mysterie schuilt, twijffele ick niet. Het beste is in sulcke saecken semper officii meminisse.

    Den brief van d'heer Spierinck aen d'heer van Risoir27 heb ick gesien, alsoo hij mij daervan copie heeft gesonden. Vinde deselve buiten termen van respect, dat hij off aen een raedsheer van den Hoogen Raidt ofte aen mijn broeder28 schuldigh was.

    Wij verwachten hier iet groots in Vlaenderen ende waerheen haer de Hessische sullen keeren nae soo lange weifeling.

    Accommodatie tusschen Engellant ende Schotlant wensche ick wel, maer sie noch geene apparentie. Ick sal de insinuatie ende antwoord verwachten om alles te beter te letten.

    Tot Parijs, den 25 Juny 1639.

    UE. gelieve als noch te letten, off uE. niet wel en soude doen een brief te schrijven aen mijnheer den rijcxcancellier29 op het subject van het different.

    De tijding van dat geseit wierd, dat ick had geschreven, is hier overgevlogen door het schrijven van Brasset30 off Amontot31 sonder dat sij daerbij hebben

    428

    gevoucht, dat de leugen was gecort. 't Is altemael Spartacus'32 werck ofte een inventie om uE. ende mij eenige vrunden te benemen ende alle confidentie van 't samenspraeck. UE. gelieve courage te houden. Eene goede vrund, die mij de tijding bracht van dat hiervan te hove wierd gesproocken, seide niet te willen genoemd sijn. Ick seide, dat ick sijn begeerte soude naecomen ende dat hij daeruit conde oordeelen, off uE. gelijck hadde ofte (niet).

    Wij crijgen soo daetelijck goede tijding, dat den marescal de Chastillon Piccolomini genoodsaect heeft het belegh van Mouson te verlaeten ende hem eenigh volck heeft afgeslagen; dat daernae Piccolomini sich heeft geretireert nae Lutzenburg ende voorts apparentelijck nae Nederlant om benevens den cardinael-infant33 de desseings van den prins van Orangië34 te beletten.

    In margine schreef Van Reigersberch: broeder den 25 juny 1639 vyt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R 10o. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 4164.
    2 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    3 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    4 - Gaspard de Coligny, hertog van Châtillon, maarschalk van Frankrijk.
    5 - Manasse de Pas, markies van Feuquières.
    6 - Charles de La Porte, hertog van La Meilleraye, maarschalk van Frankrijk.
    7 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    8 - Diego Mexía Felipez de Guzmán, markies van Leganés, Spaans bevelhebber in Noord-Italië.
    9 - Gottfried Huyn, graaf van Geleen.
    10 - Melchior von Hatzfeldt und Gleichen.
    11 - Matthias, graaf Gallas.
    12 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    13 - Urbanus VIII.
    14 - Ferdinand III.
    15 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    16 - Karel I van Engeland.
    17 - Henry Rich, graaf van Holland.
    18 - John Digby, graaf van Bristol.
    19 - John Coke.
    20 - Zie no. 4182, p. 425 n. 1.
    21 - Murád (Amurath IV), sultan der Ottomanen.
    22 - No. 4164.
    23 - Petter Spiring Silvercrona.
    24 - Dirck Graswinckel.
    25 - Niet geïdentificeerd.
    26 - Niet geïdentificeerd.
    27 - Jhr. Lamoraal van der Noot, heer van Risoir.
    28 - Willem de Groot.
    29 - De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    30 - Jean Brasset, Frans gezantschapssecretaris in Den Haag.
    31 - Nicolas le Seigneur, sieur d'Amontot.
    32 - Schuilnaam voor François van Aerssen, heer van Sommelsdijk.
    33 - De kardinaal-infant don Fernando.
    34 - Frederik Hendrik.