eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4349. 1639 oktober 22. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    De deliberatiën over het stuck van de Spaensche vloot sijn van groote importantie. Ick en meen niet, dat den coninc van Engellant2 deselve belasten sal vertrecken nochte oock eenige protectie geven extra maris sinum. Die van Gelderlant, Hollant, Utrecht, Vrieslant, Overijssel hebben altijd de Zuiderzee voor haer eigen gehouden ende 't gebruick onder haer verdeelt met exclusie van alle anderen, qui sinus est multo maior.

    't Is mij leedt, dat de Spaignaerden toegelaeten is buscruit in Engellant te coopen ende dat in groote quantiteit, hoewel ick hoor die vrijheit van sulcx te coopen aen beide zijden gelijck is gestelt, maer proffijtelijcker voor dieghenen, die des van node hadden.

    Van Vrancrijck's toerusting, om de Hollanders te helpen, verstaen wij hier niet, maer wel dat de Engelsche vloot grooter werdt.

    De soldaten ende 't gelt bij de derthien fregatten tot Duinkercken gebracht hout men hier grooter te sijn dan den Delfschen maetroos3 daer seit.

    't Sal mij lief sijn te verstaen, dat alles wel gae ende conde ick iet goeds doen, zoude sulcx garen doen, hoewel men het van mij niet en verdient ende daerom oock op mij niet en vertrouwt.

    Den coninck4, soo wij verstaen, sal hier eer sijn als wij meenen. Te Poictiers maect de gemeente de beest. De beroerte van Normandië werden bedwongen door een goed deel van de ruiterie van den heer De la Milleray5. De reste van sijn ende de heer Chastillon's6 leger sijn ten deele in garnisoen, ten deele gegaen om te

    689

    beletten het belegh van Casteau en Cambresis, 'twelck den vijant scheen voor te hebben.

    De Spaignaerden sterck sijnde voor Salza beginnen haer te retrencheren, hoorende de macht van Vrancrijck vergadert uit Languedoc grooter is dan men meende bij de vijftienduisent te voet, drieduisent te paerd, geoeffende luiden, daer het Spaensche leger meest bestaet uit besognos uit Catalanen. In de stadt van Salza sijn brave luiden, men seit tot achttienhondert, soodat de Fransoisen hoope hebben van de Spaignaerden te dwingen 't belegh te quitteren ofte tot een slagh te comen, van welcx succes sij volgens haer courage niet en twijffelen.

    Piccolomini7, nae men ons schrijft, is de Mosel gepasseert ende gaet over Rijn nae Behmen.

    Den hertogh van Longueville8 tracht noch wat te doen dit jaer om de Wymarsche te gewennen de Fransche ordre te ontfangen ende veele in 't leger spreecken alrede van 't garnisoen van Brisac half Fransch te maecken onder 't commandement van een Duitsch. 't Wymarsche volck hebben wel verandering van quartieren van doen. Frickendael, Urbendael ende andere plaetsen, daer sij haer gehouden hebben, sijnde heel opgegeten.

    De Beyerschen sijn in 't lant van Wittenberg bij Tubingnen ende omleggende plaetsen. Eenige keyserschen aen de cant van de Bodenzee sonder alsnoch de Wymarschen te naerderen. De heeren broeders van den hertogh van Wimar9 hebben gesonden een gedeputeerde10, om haer erfgenaemen te verclaeren; ick meen oock om te arbeiden tot vrede.

    De stilstant in Savoye is verlengt. Wij en weeten niet wel, voor hoe langen tijd. Des paus11 dienaers hadden versocht tot twee jaeren. 't Volck, dat uit Vrancrijck naer Italië is om de plaetsen, die in de Fransche handen sijn12, te bezetten, misschien oock om voor Casal te sorgen, alsoo de marcquys de Leganes13 geen volck daer wil laeten ververschen, waerdoor ende door gebreck van provisie om te eeten ende te vechten de plaets mettertijdt schijnt peryckel te loopen.

    De saecken van de protestanten in de Grisons gaet quaelijck, soodat Guller14 verlaeten van Vrancrijck, Venetië ende de oneenige Switsers, sal genoodight sijn sich nae de groote vlagge van de Grisons te vougen.

    Den ambassadeur van Vrancrijck Melian15 heeft sich niet willen laeten vinden op de vergadering van de Switsers te Baden, alwaer die saecke van de Grisons most comen in deliberatie.

    Prins Casimir16 werdt bijwijlen toegelaeten lucht te gebruicken om sijne gesontheits wil, ende die van sijne suitte sijn geweest ende niet en sijn in de

    690

    gevanckenis hebben surcheantie becomen op de ordre van uit Vrancrijck te vertrecken tot naerder ordre van den coninck.

    Den marquys de Villeroi17 heeft hoop noch in dese tijd Nozeroy in 't graefschap van Bourgogne, toecomende 't huis van Nassau, weder te becomen.

    Hier loopen tijdingen, dat Ragosky18 tachtentichduisent man bijeen soude hebben tegen den keiser19, maer sulcx en can sonder des Turcx20 hulp niet wel geschieden ende de brieven van Constantinoplen seggen, dat deselve Ragosky daer niet wel en staet.

    In Dalmatiën is gevecht geweest tusschen de Turcken en de Venetianen bij Zara ter occasie van eenige genomen beesten, 'twelck wel soude connen wat hapering brengen in de paix, maer niet, soo ick meen, deselve breecken, alsoo sulcke onvoorsichtige actiën licht sijn te repareren.

    Ick mercke uit veele advysen van Polen, dat men daer voor een oorlogh met den Turck seer is becommert, waerom oock alle de provinciale vergaderingen in Polen stemmen om de intocht gedaen in Lijflant van haeren hals te schuiven ende sich wel te houden met Sweden.

    Van de saecken ter zee sal ick niet schrijven, alsoo de advysen daer21 eer connen comen; maer Vrancrijck siet het spel aen.

    Wij verstaen hier, dat de Spaenschen bij de dertichduisent croonen hebben gespendeert om buspoeder ende salpeter te hebben uit Engellant.

    Den 22 october 1639.

    Ick crijgh daer terstont een advijs van groote importantie, dat mijn heer den churfürst palsgraef22 is gepasseert hierontrent nae Lions ende voort nae 't Wimarsche leger. Sijne Doorluchticheit heeft willen onbekent sijn, maer 't groote gerucht, dat de Engelsche ende Hollandsche vloot gemaect hebben ten tijde van sijn vertreck, sullen niet wel toelaeten, dat deselve sijne reis sal connen voltrecken sonder kennisse van het hoff van Vrancrijck, insonderheit passerende daer het hoff. Wij sullen verlangen nae de tijding van sijn arrivement, hoopende dat alles sal beleidt werden met kennisse ende goedvinden van Swede als reden is. Oock nu soo terstont werdt mij advys gegeven van geloofwaerdige personen, dat sijne churfürstelijcke Doorluchticheit is bij de Fransoisen gearresteert met sijn gelt ende papieren te Charité, een stadt op de Loire tusschen hier ende Lions.

    Den vijant heeft het desseing van 't beleg van Casteau en Cambresis moeten verlaten. Den marquys de Villeroy heeft becomen enige casteelen in 't graefschap van Bourgogne als Arboix, Monfaugeon, Divers. Om Nozaroi nu weder te becomen is weinigh apparentie.

    Adres (boven aan de brief): Mijnheer de raedsheer van Reigersberg.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Den 22 Oct. 1639.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R12c. Eigenh. oorspr.
    2 - Karel I.
    3 - Niet geïdentificeerd.
    4 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    5 - Charles de La Porte, hertog van La Meilleraye, maarschalk van Frankrijk.
    6 - Gaspard de Coligny, hertog van Châtillon, maarschalk van Frankrijk.
    7 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    8 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    9 - Wilhelm, Albrecht en Ernst, hertogen van Saksen-Weimar, broers van de gestorven Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    10 - Philipp von Krossig.
    11 - Urbanus VIII.
    12 - In de tekst staat vóór ‘sijn’ een overbodig ‘te’.
    13 - Diego Mexía Felipez de Guzmán, markies van Leganés.
    14 - Johann-Peter Guler von Weinegg.
    15 - Blaise Méliand.
    16 - Jan II Kazimierz.
    17 - Nicolas de Neufville, markies van Villeroi.
    18 - Georg I Rákóczi, vorst van Zevenburgen.
    19 - Ferdinand III.
    20 - Murád (Amurath IV), sultan der Ottomanen.
    21 - Dat wil zeggen, in Holland.
    22 - Karl Ludwig van de Palts.