Mijnheer,
UEx.cie hebbe vor 14 daegen lest geschreven2.
Hier en is geene veranderinge. Dat den rijxdagh confus geschayden, is geadviseert, den coning van Polen3 met den desolaeten toestandt van alle imperiale armeeën, ooc dat alle pratijcken tot financiën failleren, schijnende dat de geruineerde Spaense vlote in Deuijns ooc alteracie veroorsackt; dit alles doet sijne may.tt van den geprettendeerden toll ofte Dansicker toelage gelijcksam desisteren ende compt uyt den rijxdagh van Warschauw uyt den naem en vanwegen sijne may.tt van Polen an de stadt in ambassade de heer Berckman4, churfurst ... van Brandeborgh5 geheyme raet, ome op andere middelen als den geprettendeerden toll in de plaetse te tracteren schijnende, dat den goeden coning well geconteert saude sijn, bijaldien de stadt saude willen aennemen sijne schulden te betaelen bedragende ontrent 4 millioen, dat soo onmogelijck is, en minder practicabele als den toll selve, maer, soo als ick de saecke insien, bijaldien het saude konnen bijgelege worden, soo sall het 1/10 deel van die somma het beste doen. En over dit punct geaccordeert sijnde daer dan den toll in der Pilauw mede affgeschafft wordt, soo mochten de Spiringen6 eyndelijck ooc well last lijden, want sij sijn in den haet van alle en
811
vreese vor een ongeluckigh eynde. Anders meynt men dat sijne may.tt in februario personelijck in Dansick kommen sall.De brieven uyt Sweden op den rijxdagh gesonden, niet anders inhaudende als over den Lijfflandsen invall met scherpe clachten over den churvorst van Brandeburgh, sijn te spaede gekommen en sooveel sijne may.tt belanget en sijn die nogh niet beantwordt.
Dit is all wat in den houck van dese werelt passeert, behalven dat men der Turcken invall is vreesende.
Hiermede eyndende blijve, mijnheer,
uEx.cie dw. diener
Paulus Pels.
15 Xcemb'. 1639 Dansick.
Adres: A monsieur Monsieur Hugo de Groot, amb.r ord.rie de sa may.té e couronne de Swede à Paris.
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Ian.
En in dorso: 15 Dec. 1640 (sic) Pels.
En verder tweemaal: 25.