eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3536. 1638 april 22. Van J. de Groot1.

    Seer lieve ende waerde zoon ende dochter, uwer Eed. moeder2 ende ick met alle de vrunden alhyer wenschen uwer Eed. ende alle de vrunden aldaer alle geluck, gesontheyt ende zalicheyt.

    Seer lieve zoon ende dochter de Groot, de brenger dezes met name Christiaen

    221

    van Berensteyn3 is een zoon van S.r Ghijsbert van Berensteyn4, oudtste zoon van wijlent de heere burgermeester Paulus van Berensteyn5 ende zijn moeder6 is de zuster van uwer Eed. goeden hospes monsieur Prins7 tot Rotterdam.

    Hij compt derwaerts om het landt te besyen, de tale te leeren, ende oock om hem te oeffenen in de practique van de rechten, waertoe zijn vader op mij versocht heeft een bryeff van recommandatie aen uwer Eed., ten eynde hij soude mogen comen bij een goet advocaet ofte procureur, niet alleen om daerbij te woonen ende zijn costen betalen, maer oock goede conversatie hebben.

    Uwer Eed. weet zelver, dat wijlent de heere burgermeester Pauwels van Berensteyn altoos een goet patriot is geweest ende een favorabel vrundt van ons ende den onsen ende oock favorabel voor de gemeene saecke. Daerenboven sijn de vader ende moeder van deze jongman onze religie zeer toegedaen ende onze gemeente frequenterende. Sijn oom M.r Cornelis van Beresteyn8 is iegenwoordich burgermeester van deze stadt, een van de vyer heeren dewelcke aen de certificatie van uwer Eed. hebben verleden9, waerover ende om meerdere andere redenen ick verhoope, dat hij uwer Eed. faveur zal meriteren.

    Hyermede, seer lieve ende waerde zoon ende dochter de Groot, Godt almachtich wil uwer Eed. ende ons allen verleenen 't gunt Hij weet, dat ons zalich is.

    Metter haest tot Delff, den 22e Aprilis 1638 stilo novo.

    Al uwer Eed. goetgunstige goede vader
    Jan de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste af d. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII, no. 23. Eigenh. oorspr.
    2 - Aeltgen Borre van Overschie.
    3 - Christiaen I van Beresteyn (1616-1680).
    4 - Gijsbert V van Beresteyn (1576-1641).
    5 - Paulus van Beresteyn (1548-1625).
    6 - Maria Prins (1587-1667).
    7 - Pieter Prins (1583-1650).
    8 - Cornelis II van Beresteyn (1583-13 augustus 1638).
    9 - Over deze verklaring van Grotius' onschuld zie men VIII no. 3025, p. 213 n. 11.