eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3611. 1638 juni 1. Aan N. van Reigersberch en P. Spiring Silvercrona1.

    Mijn Heer,

    Hoe de saeck van der Fransoisen quade fortuyn bij S.t Omer hier werdt uyt-

    344

    gestroyt, sal Uwe Ed. sien uyt de bijgaende gazette2. Daer sijn bij de twee dusent Fransoisen gevangen off geslagen ende ter selver tijt ontrent 1500 man door de marasschen met ontrent 40 schuiten in de stat gecomen. De marasschen ende 't middel, dat den vijandt heeft om deselve te verdiepen door sluysen, sal swaricheyt brengen in 't belegh. 't Garnisoen is nu groot ende de burgers van S.t Omer soo cloeck ende geoeffent als soldaten. Den mareschal de Chastillon3 heeft ontrent 10000 man te voet ende 9000 te paert. Dit niet genoech geoordeelt sijnde om den grooten ommegang van het leger wel te besetten, is den mareschal de la Force4 belast sich daerbij te voegen met 8000 man te voet ende 2000 te paert.

    Men seyt ons den prins van Condé5 gaet tegen Fontarabie, maer wert onder de handt bij den hertogh van Espernon6 getraverseert.

    Den mareschal de Breszé7 blijft bij Retel ende de Vicomte de Tureine8 tot bescherminghe van Champagne.

    In Italië voorsien ick swaerigheyt. Vercelles is beleegert met 12000 man te voet, vier te paert. Daerontrent is noch een ander Spaensch leger van 10000 man om de Fransoisen tegen te staen, die niet wel meer en sijn in alles als dese alleen. Dat de hertoginne van Mantua9 apart handelt, werdt niet getwijfelt. De hertoginne van Savoye10 blijft constant, maer de adel ende 't volck hebben een afkeer van een oorlogh, daer sij niet dan swaerigheyt door en voelen.

    Mijn heer den cardinal11 heeft Jan de Waert12 ende Encheford13 getracteert te Conflans, alwaer 's conincx broeder14 bij is geweest ende niet vergeeten en is te drincken op de pays.

    Den nuntius van den paus15 is hier niet weynigh ontstelt, omdat den coningh16 tot voorcomingh van hooge schattingh, die men te Rome stelt op de bullen tegen de oude concordaten, verboden heeft geen memorialen nae Romen te senden om expeditie te bekomen van bullen, raeckende beneficiën oft pensioenen op beneficiën. Dit arrest is gesonden aen het parlement alwaer het wel sal smaecken ende voorgang hebben, soo de nuntius geen expediëntien in de saeck en heeft tot accommodatie.

    Den prins Casimir17 blijft noch gevangen te Selon. 't Is seker, dat sijn volck de diepten voor Provencen op verscheyde plaetsen hebben ondertast, ende dat

    345

    sijnde deselve prins in dienst van Spagnië, gelijck hij in die qualitijt is ontfangen tot Genua ende op andere plaetsen. Ick blijve, mijn heer,

    Uwer Ed. Gestr. Dinaer.

    Tot Paris, den 1 Juny 1638.

     

    Nu verstae ick, dat den nuntius seer arbeyt om de publicatie van des conincx arrest te beletten. Den cancellier van Vranckrijck18 heeft geschreven op die materie aen den eersten president van 't parlement19, dat men sich niet en soude verhaesten.

    In de maeltijt te Conflans heeft den cardinal, die de gasten genooyt had, sich geëxcuseert om sijne swackheyt van niet mede aen de tafel te komen. Des coninx broeder heeft boven aen geseeten, naest hem twee plaetsen ledigh, voorts ter rechter sijde den hertogh van Angulesme20 ende andre hertogen ende veltoversten, aen de lincker sijde Jan de Weert ende Enckeford bloodshoofts, troostende haer selve in de discoursen met het exempel van den coninck Fransois den Eerste21.

    In dorso schreef van Reigersberch: Den heer De Groot, den I Iuny 1638 wt Paris.

    En: Aen den heer Spierynck. Dese copie aen mij gesonden.

    Notes



    1 - Copie Amsterdam, UB., coll. RK., R. 8h. De copie is van de hand van Grotius' secretaris met enige eigenhandige correcties.
    2 - Ontbreekt.
    3 - Gaspard de Coligny, maarschalk van Châtillon.
    4 - Jacques Nompar de Caumont, maarschalk van La Force.
    5 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    6 - Jean Louis de Nogaret de La Valette, hertog van Epernon.
    7 - Urbain de Maillé, markies van Brezé.
    8 - Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne.
    9 - Maria Gonzaga, hertogin van Mantua.
    10 - Christine, hertogin van Savoye.
    11 - De Richelieu.
    12 - Johan van Werth.
    13 - Adriaen von Enkefort.
    14 - Gaston Jean-Baptiste de France, hertog van Orléans.
    15 - Giorgio Bolognetti, nuntius van Urbanus VIII.
    16 - Lodewijk XIII van Frankrijk; zie voor het edict Hs. Amsterdam UB. coll. R.K. III c 2, no. 13 an de Mémoires de Omer Talon (éd. Michaud et Poujoulat) pp. 62-63.
    17 - Jan II Kasimir.
    18 - Pierre Séguier.
    19 - Nicolas le Jay († 1641).
    20 - Charles de Valois, hertog van Angoulême (1573-1650).
    21 - Toespeling op de gevangeneming van Frans I bij Pavia in 1525.