eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    473

    3684A. 1638 juli 24. Aan Bernhard van Saksen-Weimar.1

    Hoochgeboren, doorluchtige furst,

    Mij is ten hoochsten lief de gedachtenisse die uwe furstelijcke Genade gelieft van mij te hebben ende de eere die deselve mij doet van mijne diensten aengenaem te houden. Ick en heb niet gelaeten gestaedigh soo bij den coninck als bij sijne Majesteits dienaers aen te houden met recommendatie van de saecken van uwe furstelijcke Genade, insonderheit opdat deselve in tijds mochte werden gesecondeert met sulcke macht die uwe furstelijcke Genade middel mochte geven om sijn courageuse desseings tegen den vijant wel uit te voeren. Mij is seer leedt dat het effect van de beloften die aen de afgesanten van uwe furstelijcke Genade2 ende oock aen mij sijn gegeven, soolang sijn uitgestelt. In de audiëntie die ick over eenige dagen bij sijne Majesteit heb gehadt,3 heb ick alsnoch de recommendatie vernieut ende hoeveel daeraen gelegen is, vertoont.

    't Is mij lief dat den heer generael Erlach4 vanhier vertreckt met contentement ende hoope van noch iet goeds dit jaer uit te rechten. Ick en can oock niet genoech prijsen uwes furstelijcke Genades genereuse sinceriteit, betuight door de communicatie van de brieven aen haer geschreven aengaende de vrede met den coninck ende sijne dienaers; waervan de heer Erlach mij mede de lecture heeft gegunt5 ende oorsaeck gegeven om uwe furstelijcke Genade daerover dienstelijck te bedancken.

    Aen de coninginne ende administrateurs van Swede sal oock ten hoochste aengenaem sijn den grooten ijver van uwe furstelijcke Genade tot de bevrijding van den heer veltmaerschalck Horn,6 waerin ick uwe furstelijcke Genade bidde te willen continueren tot den vollen effecte toe, verseeckerende uwe furstelijcke Genade dat niet licht iet en soude sijn te bedencken waerdoor de coninginne ende croon van Swede hooger soude connen werden geobligeert.

    Voorts bidde ick Godt, hoochgeboren, doorluchtige furst, uwes furstelijcke Genades genereuse desseings te willen segenen,

    uwer furstelijcke Genades ootmoedige dienaer,
    H. de Groot.

    Tot Parijs, den 14/24 July 1638.

    Adres: Doorluchtige, hoochgeboren furst Bernhard, hertogh van Saxen, Gulick, Cleef ende Bergen, etc.

    Notes



    1 - Hs. Gotha, Stadtarch., cod. A 392, f. 15, eigenh. oorspr.
    2 - Friedrich Betz, Georg Müller en Wolf Dietrich Truchsess hadden de belangen van Bernhard van Saksen-Weimar aan het Franse hof verdedigd.
    3 - Op woensdag 14 juli 1638 had Grotius Lodewijk XIII bezocht; op de terugtocht raakte hij in een volksoploop en werd zijn koets beschoten (no. 3677 en bijlage no. 8 (dl. IX)).
    4 - Johann Ludwig von Erlach (1595-1650), generaal-majoor in het leger van Bernhard (NDB IV, p. 592; Bernard de Saxe-Weimar, p. 225-228 en 322-327).
    5 - Wellicht had Erlach Grotius ook inzage gegeven in de brief van Christina van Zweden aan Bernhard van Saksen-Weimar, dd. 9 januari 1638 (no. 3417A, bijlage 5).
    6 - Er werd onderhandeld over een uitwisseling van de Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn, sinds 1634 in Beierse krijgsgevangenschap, met de Beierse generaal Johan van Werth, die op 3 maart 1638 in handen van Bernhard van Saksen-Weimar was gevallen.