Mijn Heer,
Graeff Hendric van Nassau2 heeft eerst eergisteren audiëntie gehadt bij den coning3. De saecke is wat lang gesleept geweest om enighe questiën van ceremoniën.
Demske4, die hier is vanwegen den coning van Polen5, crijgt geen bescheidt, sijnde Vranckrijck ialours over de bijeencompste van denselven coninc met den keiser6.
Den jongen hertog van Savoye7 is gestorven ende sijnen broeder8, oudt vijf iaeren, hertog geworden. Wij verstaen dat den prins Thomas9 derrewaert gaet om 't land in roere te stellen.
Den paus10 siende, dat de Fransche macht in Italië cleijn is, heeft de Spaensche ruyterie, die wt het rijck van Napels nae Milanen ging, passage gegeven over sijn lande ende vivres in abundantie.
Een schip bij de Franchoisen in de laetste slach becomen ende vierentwintig
638
uren beseten, heeft door hulp van andere in de haeve van Genua sich de Franchoisen quijt gemaeckt; werdt bij den Franchoisen geëijst ende sal haer apparentelijck volgen, maer de Spaegnaerden verwachten de Fransche schepen in 't wtgaen.Den prins van Condé11 heeft bij commissie het gouvernement van Guienne, 'twelck an den hertog van Valette12, so sijn vaeder, den hertog van Espernon13, quaeme te sterven, voor desen is gegeven.
Den hertog van Wimar14, hebbende seven royale forten gemaeckt om Brisac, heeft nu de circumvallatie voltrocken. Gotz15 is bij Willingen; heeft Blomberg noch niet becomen. Groote troupes wt Italië, Bohmen, Oostenrijck, Beieren ender onder Lamboy16 comen tegen den hertog aen. Sijne Fürstelijcke Genade heeft hondert dusent gulden extraordinaris becomen van Vrankrijck ende twe dusent man wt het leger van den hertog van Longueville17, die nu gepasseert sijn de pas d'Escluse bij Genève. Andere regimenten, mede van het volck van den hertog van Longueville, gaen mede nae 't Weimarsche leger, maer door de wegh van Lorraine. De meeste swaerichijt voor sijne Fürstlijcke Genade is 't gebreck vant voeder van de peerden, waervan nergens provisie is. Brieven van de vijanden aen den gouverneur van Brisac18 gevonden in een boerenstock toonen, dat sij voor Brisac alles willen wagen, ende andere brieven voor desen geïntercipieert, dat sij vaste hoope hebben van het oorlogh wederom in Vranckrijck wel diep te brengen.
D'audiëntie, die men seide, dat graef Hendrick van Nassau saude hebben, heeft hij niet gehadt, also hij niet goet heeft gevonden te gaen sonder dat den coning hem sijne coetse sendt, 'twelck den coninc voortaen de geene, die geen ambassadeurs en sijn ende van geen coningen sijn gesonden, niet goet en vind te doen. Dit retardeert oock de audiëntie van Lutzmar19 hier gesonden bij den churfürst palsgraef20.
Den 16 october 1638.
Den hertog van Valette, also hij te hove ontboden sijnde niet en compareert, werdt ingedaecht vanwegen ongehoorsaemhijt ende verraedt. Den prins van Condé werpt op hem alle de schult van 'tgeen voor Fontarabië is gepasseert. De commissarissen gegeven over de saecke van den hertog van Valette sijn Machaut21 ende La Potterie22.
Dat schip, daer ick hier voren van heb geschreven, was gecomen t'Alasio, een plaets vant gebiet van Genua ende vandaer weggebracht. De senaet van Genua
639
heeft de overheden van Alasio gecondemneert een gelijck schip aen de Fransoisen weder te geven.Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant Te ondervraegen tot Mijn Heer den reeckemeester Reigersberg tot Middelburg.
port.
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 6 Octob. 1638. Audiëntie van graeff Hendrick hapert aende conynckx coetz.