eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4043. 1639 maart 29. Van R. Oudart1.

    Mijnheer ende bysonderste oude vrundt,

    UE. aengenaemen van den 12 November2 hebbe tot den dach van huyden

    214

    niet beantwoort om weynich subject te hebben gehadt, seer verblijt hebbende geweest te verstaen de restitutie van uE. gesontheyt, ende de continuatie derselve is mij niet onbekent tot den huydigen dach geweest hebbende occasie genomen uE. te schrijven, opdat uE. soude weten, dat wij noch alle in goede gesontheyt zijn. Godt hebbe loff, zijnde sedert mijn laetste3 niemant gestorven van de vrunden dan joff.r Wolters ende over 14 dagen haer dochter, de huysvrouw van Schmelberch4, dewelcke van de steen gestorven is. De siyckte begint hier wat te grasseren.

    Onse nederlantsche contract, niettegenstaende ons aengeseyt was geaccordeert was, is in sulcken staet nu, dat wij niet en weten, hoe het affloopen sal. Die van de Geluckstadt hebben een placcaet wt laten gaen soo streng, dat niet wel doenlijck off naercomelijck can wesen voor den coopman, twelck oock tendeert tot ruïne deser stadt. Wij ondertusschen sweven tusschen hemel ende aerde siende, wat wtcompste Godt geven sal.

    Banier5 doet wat hij wil int lant van de Saxen, heeft verscheyde plaetsen geïncorporeert sijnde meester van de campagne, heeft tgros van zijn leger ontboden, sijnde ontrent Dresden, welcke plaetse men meynt hij beleggen sal off bloqueren. Wij wenschen seer naer een goede vrede, maer sien hier geen apparentie; men spreeckt niet meer van de bijeencompste alhier6.

    Doctor Wit7 schreef mij over een tijt, dat de mare tot Lubeck was, dat uE. herwarts soude comen om in de bijeencompste te wesen, maer noit sulcx alhier vernomen; soude wenschen uE. aensicht noch eens te sien ende naer onse gelegentheyt met de vrunden te tracteren.

    Soude wenschen uE. advys te hebben, hoe dat een magistraet sal hem dragen, wanneer een particulier persoon hem soliciteert om een notaris te constringeren een acte wt zijn protocol te geven hem niet toucherende, maer wt die acte can trecken een argument om zijn partie in ruïne te brengen, gelijck mede, hoe een notaris hem daerin sal houden, dewijle de nature leert dat een magistraet niet en behoorde yemant te constringeren een mes van hem te geven om een ander de kele aff te snijden, ende, soo een magistraet sulcx belastede off permitteerde, off men hen daerinne schuldich is te gehoorsaemen.

    Alsoo sulcken stuck mij voorcompt ende bevinde, dat de heeren die saeke in bedenckinge genomen hebbe, hebbende haer geseyt, dat, soo zij de notarissen sulcx opleyden te doen men de notarissen geene secrete saeken soude meer durven vertrouwen. UE. mij dar over uE. advys gevende sal mij een singulieren dienst geschieden. Want ick geerne soude weten, hoe ick mij darinnen sal gedragen.

    215

    Hiermede nae mijne ootmoedige gebiedenisse ende aen uE. huysvrouw ende kinderen ende wegen mijn huysvrouw8 blijve altijt

    UE. seer ootmoedige dienar
    Robertus Oudart.

    Hamburg, den 19 Martii 1639.

    Adres: A Monsieur Monsieur Hugo de Groot, Ambassadeur ordinaire de la Reyne et Couronne de Swede prez le Roy trèschrestien résidant à Paris.

    In dorso schreef Grotius: 19 Martii 1639 Oudart.

    En boven aan de brief: Rec. den 12 April.

    Notes



    1 - Hs. Leiden, UB., coll. Pap. 2. Eigenh. oorspr. Robert Oudart was notaris te Hamburg.
    2 - Ontbreekt.
    3 - Ontbreekt.
    4 - Vermoedelijk behoorden zij tot dezelfde familie als vader en zoon Wolters, vermeld in brief no. 1808 aan Willem de Groot dd. 24 december 1632 (dl. V, p. 87). Ik heb hen evenmin als Schmelberch kunnen identificeren.
    5 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    6 - Er was sprake van om in Hamburg vredesonderhandelingen te beginnen; zie J.J. Poelhekke, De Vrede van Münster, 's-Gravenhage 1948, p. 59 en Fritz Dickmann, Der Westfälische Frieden, Münster 1959, p. 104 vv.
    7 - Johann Witten († 1645), raadsheer van de hertog van Mecklenburg.
    8 - Adriana von Weinberch.