eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7284. 1645 januari 28. Aan H. Appelboom.1

    Clarissime domine,

    Multum me delectarunt2 quae continentur in literis Claritudinis vestrae, datis XV Ianuarii, nec me tantum, sed et illustrissimum dominum baronem Gyldesternium3 et dominum Hambraeum,4 qui nobis post paulo quam illae allatae sunt, adfuere. Deus novum reginae regimen augeat ornetque rebus prosperis terra ac mari, nec in belli tantum negotiis, sed et pacis.

    Dominus Marinus in suis literis de Suediae commodis ac gubernatione praeclara scribit.5 Dignus plane est, cuius habeatur ratio.

    Dominorum Bickeri et Stavenissae iniussum reditum credo causas habuisse pri-

    403

    vatas,6 sed quae publico obtentu velantur, qualia multa fiunt apud Batavos. Caeterum non despero, quin Hollandiae Zelandiaeque exemplo caeterae quoque nationes visurae sint aliquando, non tantum quanti momenti sit foedera exacte servare,7 verum etiam quam nulla sit hoc tempore amicitia societasve ipsis tutior et utilior quam est Suedica, quod multis rationibus comprobare possem, scripsique ea de re ad complures. Prout armorum nostro[ru]m erunt successus tum ad mare Balthicum tum ad Albim, ita opimae magis aut minus erunt nobis pacis conditiones, cuius quidem utrisque in locis magna ego impedimenta et sentio et prospicio.8

    Scriptum illud pro iustitia Suedicorum armorum contra Danos9 si aliud est ab eo quod habuimus,10 videre avebo. Nihil enim est ad eam causam pertinens, de quo non amem institui. Miror istam militum copiam, quae in Suedia reperitur. Plurimum laudo consilium reginae nostrae, ne Jutia et quae ei vicina sunt magisque ad nos pertinent,11 negligantur ob libertatem Germaniae, quae ipsis, quorum res agitur, cordi non est.

    Galli non apud Hamburgum tantum, sed et in Leodico et apud Argentoratum corradunt militem.12 Multi veteres in Catalaniam eunt, nondum hinc digresso Harcurtio.13 Princeps Thomas Gallis non levibus de causis suspectus est, neque tamen puto eum iterum mutaturum partes.14 Barbarinis et Romae et per omnem Italiam insultatur.15 Rex Angliae in ver proximum ex omni ferme Italia auxilia sperat et diem ducit.16 LV millia ducatorum a Neapoli mittuntur Mediolanum. Papa principem Casimirum cardinalem vult facere. Regi id Poloniae probatur, dummodo Casimirus sacerdote(m) se faciat.

    Hic Mileterius cum delegatis a synodo Carentoniensi disputavit de iustificatione; nihil effectum est aliud quam quod rationes partis utriusque perscriptae sunt.

    404

    Deus, clarissime domine, Claritudini vestrae semper faveat,

    Claritudini vestrae studiosissimus,
    H. Grotius.

    XXVIII Ianuarii 1645.

    Adres: A monsieur/monsieur Appelboom, Suedois, à Amsterdam. Port.

    Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Appelboom.

    Notes



    1 - Hs. Dresden, Sächs. Landesbibl., C 61 A, 71. Eigenh. oorspr. Gedrukt Epist., p. 741 no. 1725. Antw. op no. 7257, beantw. d. no. 7305.
    2 - Het nieuws van de troonsbestijging van koningin Christina van Zweden op 7/17 december 1644.
    3 - Johan (1617-1690), zoon van de Zweedse vice-admiraal Nils Gyllenstierna till Fågelvik, liet zich op 5 oktober 1641 inschrijven aan de Leidse universiteit (Album studiosorum acad. Lugd.-Bat. I, kol. 327, en Een rondgang langs Zweedse archieven, p. 159). In 1647 ontving hij de benoeming tot vice-president van de Svea Hovrätt. Rijksraad 1654-1673 en president van dezelfde Hovrätt 1668-1673 (SBL XVII, p. 593-595).
    4 - De Zweedse theoloog en oriëntalist Jonas Hambraeus, predikant van de lutherse gemeente te Parijs, hief waarschijnlijk ook het glas op het nieuwe bewind.
    5 - Grotius bevestigde de ontvangst van de Stockholmse brief die de Zweedse resident Carl Marin hem op 25 oktober 1644 had toegestuurd (no. 7112).
    6 - De Staatse ambassadeurs dr. Andries Bicker en Cornelis van Stavenisse maakten hun reis op verzoek van de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    7 - Rijkskanselier Axel Oxenstierna gaf de Statenleden tot eind februari de tijd voor nader beraad over het vraagstuk van de Staatse deelname aan de ‘versekeringh van de veyligheyt en vrijheyt van de scheepvaart en koophandel in d'Oost en Noord-Zee’ (art. 1 van het Zweeds-Staats verdrag van 1/11 september 1640). Het Staatse antwoord liet lang op zich wachten. In de tweede week van mei werd hem de generaliteits-resolutie, dd. 19 april 1645, ter hand gesteld (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 165-169 en p. 177-189).
    8 - Er was nog een lange weg te gaan naar de vredesverdragen van Brömsebro en Osnabrück.
    9 - Het Zweedse antwoord op het Deense Manifest; zie nos. 7257 en 7275.
    10 - Grotius doelt hier op het Zweeds Manifest van 16/26 januari 1644 (nos. 6883, 6969 en 6976 (dl. XV)).
    11 - De lichting van 18000 Zweedse recruten en de opdracht aan veldmaarschalk Lennart Torstensson tot een nieuwe ‘inkwartiering’ in Jutland, Holstein en het aartsbisdom Bremen.
    12 - De Franse troepenwervingen in Hamburg (nos. 7257 en 7259), Luik en Straatsburg (nos. 7254, 7263 en 7267) ten behoeve van het leger van de Frans-Weimarse bevelhebber Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne.
    13 - De nieuwe onderkoning Henri de Lorraine, graaf van Harcourt, kreeg alle middelen tot zijn beschikking om het aanzien van de Franse kroon in Catalonië te herstellen (nos. 7082, n. 10, 7117, n. 26, en 7140, n. 10; Sanabre, La acción de Francia en Cataluña, p. 297-301).
    14 - Prins Tommaso Francesco van Savoye had het Spaanse kamp in 1642 verlaten; zie nos. 5830 en 5873 (dl. XIII).
    15 - Francesco, Antonio en Taddeo Barberini durfden uit vrees voor de onderzoeksrechters van paus Innocentius X het palazzo Barberini aan de Via delle Quattro Fontane niet meer te betreden; vgl. Gazette 1645, no. 10, dd. 21 januari 1645.
    16 - Onderstaande berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven, dd. 28 januari 1645.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]