eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3431. 1638 [januari 23.] Aan N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    Hier is groote blijdschap door de hoope, die men schept van des coninginnes2 swanger gaen van twee maenden. Den coninc3 self begint sulcx te geloven ende men doet daer voor opentlijcke gebeden. Soo sulcx nae wensch succedeert, sal haer seer considerabel maecken ende helpen tot de paix.

    Hertogh Bernhard4 is onlancx vrij wat quaelijck te vrede geweest om de clachten, die de Fransoisen tegen hem hier te hoof hadden gedaen van quaed tractement, waerover hij seer geclaegt heeft aen monsieur d'Hallier5. Monsieur de Feuquière6 is sedert bij hem geweest ende groote hoope gegeven van verstercking tegen de voorsomer. Men heeft hem oock den Elsas in eigendom gepresenteert, doch hij heeft sulcx niet aengenomen te vrede sijnde met het commandement over de garnisoenen aldaer.

    De twee palsgraven7, broeders van den churfurst8, sijn gisteren hier ingehaelt bij de Engelsche ambassadeurs9. De Fransoisen seggen, dat sij voor dat huis wel wat doen willen, soo de Engelschen, den welcken sulcx naerder aengaet, voorgaen.

    53

    Straesburg wert meer ende meer geïncommodeert met gebreck van vivres. Wat einde sulcx metter tijd sal nemen, staet te bedencken.

    Men seit hier den coninc groote lichtinge doet in t'lant van Luyck blijvende het hoff seer becommert vanwegen de Sweedsche handeling van paix met de keiserschen. Sij meriteren wel wat in vrese te sijn door de cleine consideratie, die sij genomen hebben op de saecken van Swede ende Duitschlant.

    Den coninc heeft door die van Venegië10 bericht, dat den hertogh van Rohan11 daer is beroepen, hebbende eenige ombragie genomen over sijne correspondentie met die van de religie in Vrancrijck alsoock met den hertogh van Weimar12.

    Daer gaen oock hier eenige geruchten, doch onseecker, van een trefves te maecken, geduirende de welcke den hertogh van Lorraine13 Nancy, den palsgraef14 Franckendael soude besitten, beide op hoope van verdere restitutie.

     

    Ik bidde uE. mij wel te doen weten, wat mijn oudste soon15, die nu hier is gecomen, heeft gehadt van mijn heer den rijcxcancellier16 ende wat d'heer Spierinck17 hem daerenboven heeft verstreckt.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant.

    In dorso schreef van Reigersberch: broeder de Groot den 1638 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R9m. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. De inhoud van de brief stemt overeen met no. 3430 aan Oxenstierna van 23 januari. Bovendien ontbreken in de reeks van wekelijkse brieven aan Van Reigersberch die van 16 en van 23 januari. Het lijkt mij derhalve verantwoord de brief op laatstgenoemde datum te stellen.
    2 - Anna van Oostenrijk; de dauphin werd op 5 september geboren.
    3 - Lodewijk XIII.
    4 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    5 - François de l'Hospital, sieur du Hallier.
    6 - Manasse de Pas, markies van Feuquières.
    7 - Moritz en Eduard van de Palts.
    8 - Karl Ludwig.
    9 - De ordinarius ambassadeur van Engeland in Parijs John Scudamore en zijn extra-ordinarius collega Robert Sidney, graaf van Leicester.
    10 - De koning heeft dit meegedeeld aan de Venetiaanse gezanten Alvise Contarini di Nicolo en Anzolo Correr die hij op 23 januari in audientie ontving; zie Siri, Mem. recond. VIII, p. 625.
    11 - Henri, hertog van Rohan.
    12 - Bernhard van Saksen-Weimar.
    13 - Karel IV, hertog van Lotharingen.
    14 - Karl Ludwig, oudste zoon van Frederik V van de Palts.
    15 - Cornelis.
    16 - Axel Oxenstierna.
    17 - Petter Spiring Silvercrona, raad van financiën van Zweden.