176
Mon frère,
De vreucht over de groote victorie van den hartoch van Weymaren2 wert ons twee dagen, naer wij de tijdynge daervan hadden ontfangen, wat getempert met advisen van Maestricht medebrengende, dat eenyge troupes van de nieuwe Franse lichtynge, in het retranchement wel tot 1200 off 1300 versamelt, in den morgenstont bij de Picolominsche3 sijn overvallen, 200 dootgeslagen ende gevangen, de reste gedissipeert, alles door quade wacht, sijnde de keyserse in het quartier geweest, eer sij waren ontdeckt ende ingebroocken, daer het sterck[s]t was, omdat het swackste deel bij tweehondert musquetieren van het garnisoen van Maestricht wiert bewaert. Den viant stack terstond invallende de huysen in brant, soodat off de personen met de vlucht op de contrescharpen van Maestricht haer hebben gesalveert, de wapenen met wel driehondert paerden sijn verbrant. De vicomte de Turenne4, die weynych uyren naer dit desastre daer is gecommen ende5 die troupen, die men seyt tot 8000 te voet, 2000 [te paerd]6 wil maecken te commanderen, doet devoir om de verstroyde te versamelen, doch sonder verachterynge ende groote schade van die lichtynge sal hetselve qualijck geschieden.
Den conynck van Vranckerijck7 schijnt van meenynge te wesen om dat volck in Vranckerijck te gebruycken, doch sullen beswaerlijck te water ofte te lande daer connen worden gebracht.
De lantgravinne8 heeft van Vranckerijck vijftich duisent rijxdaelders ontfangen; heeft apparentie, dat, mits het succes van den hartoch van Weymaren, de keyser9 haer soo goede conditiën sal aenbieden, dat den tresves in een vrede sal veranderen.
Den oversten Ferens10, die onder den ceurvorst11 het beleyt van sijne Hoocheyts troupen hebben sal, is met sestych duysent rijxdaelders tot lichtynge van ruyterie vertrocken; naer ick noch ben bericht schijnt het voornemen van sijne Altesse niet meer als 4000 voetknechten, 2000 paerden te lichten, houdende voorts het ooge op de Hessische troupes.
Engelant hoort men niet, dat in het spel comt ende is Meppen wt de coninginnes12 ende ceurvorst verspaerde penyngen gecocht, die tot dese lichtynge hare reste bijsetten door instigatie - soo discoureert Aelianus13 - van degenen, die
177
meenen sij te veel luyster noch houden, want groote effecten wacht hij daer niet van.Den cardinael-infante14 souckt gelt te vinden wt vercopynge van heerlijckheden; om waertegens soo veel doendelijck te versien, is bij contrarie placcaet vanwegen desen staet een yder genotificeert, dat soodanyge cooppen in de landen van contributie, waer de wapenen van dese landen commen, sullen werden gehouden als niet gedaen.
De keyserse, naer meer als 12 dagen resistentie van die van Aecken ende beschieten van de stat met 270 schoten daechs, hebben met capitulatie inquartierynge daerbinnen gecregen ende is bij den keyser aen die van Calcar ende Santen ende andere Cleeffse steden geschreven, sij de troupes van Picolomini in souden nemen, hetgene hier bedencken geeft.
De ordonnantie van de hondert vijftich duysent guldens over de drie maenden secours, bij den heer Spierynck15 dus lange gesolliciteert, wert nu eerst gedepescheert, ende off die noch vooreerst de forme hebben sal, die den heer Spierynck begeert, twijfele ick seer, alsoo eenyge den heer Camerarius16 favoriserende deselve op des gemelten ambassadeurs name willen depescheren; doch dat en sal niet swaer zijn te redresseren.
Uffo17 is Beria18 gans niet gunstych, maer bij Cimons19 volck vermach Gert20 seer veele.
Eenyge provintiën als Zeelant ende Groenynge hebben alrede continuatie van het subsidie voor een jaer geconsenteert; indien wt publycke insichten ware te wenschen. In Hollant is de schaershyt van gelt seer groot, den 200den penynck is genouchsaem boven het haerstedegelt geconsenteert.
Naer Polen is monsieur Pels21 met een brieff van de Staten-Generael vertrocken; heeft mij tevoren van nieuws sijnen soon22 ger[e]commandeert, met verseeckerynge, dat uEd. geen goetaerdyger ende activer verstant soude connen kiesen, doch alsoo denselven sijnen soon op sijne reyse mede heeft genomen, versouckt, indien uEd. hem gelieft te gebruycken, twee maenden tijt, eer die uEd. toe soude connen senden. Soo haest ick uEd. intentie weet, sal ick sien deselve sijne Ed. bekent te maecken.
Den heer pensionaris Beaumont23 heeft mij voor desen verscheydemael ende noch binnen weynych dagen aengesproocken, off hij niet soude mogen syen uEd. concepten de autoritate magistratus circa sacra24, waervan hij wel yet ten dienste van den staet soude willen gebruycken sonder verder communicatie. Ick sal garen weten, wat ick daerop sal antwoorden.
178
Wij hebben hier tijdyngen, dat de Dunkerckers met 28 zeylen in zee sijn, doen groote diligentie om tegens wint op te commen. D'opinie is sterck, dat het, gelijck ick voor desen hebbe geschreven25, op het eylant St. Martin is aengeleyt. Op wech hebben ontmoet een vlote commende van Bordeaux, Rochelle, Nantes, daerbij waren vijff convoyers; een van deselve vooruyt seylende ende daeronder raeckende ontdeckte hare gedeguiseerde vlagge. Die convoyer hout men bij haer is verovert, maer de vlote is daerdoor gewaerschout om haer te salveren; hoe het afgelopen is, weet men noch niet.
Hoe het met de betalynge van de penyngen aen desen staet belooft al gaet, vernemen wij noch niet.
Dat den hartoch van Beyeren26 groot devoir doet volck op de been te helpen, Gots27 marcheert, gelooft men hier ende wert gevreest, indien Rijnsvelt tegens hout [ende] het Franse secours niet haest marcheert, de groote victorie van den hartoch van Weymaren (v)an cleine operatie wesen sal.
Desen 29 Martii 1638.
Adres: Mijn Heer Mijn Heer de Groot, Raet ende Ambassadeur van de Coninginne ende Croone van Sweden bij den Alderchristelijcksten Conynck.
In dorso schreef Grotius: 29 Marty 1638. N. Reigersberg.
En boven aan de brief: Rec. 8 April.