eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4005. 1639 maart 5. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    UE. brief van den 21 Febr.2 is mij wel geworden. Wij sullen met patientie verwachten, off iet naerder sal passeren op het stuck van d'heer Knuit3. Mijne opinie is, dat het gesmoort sal werden. Het desseing van Vrancrijck4 is den prins5 van Orange6 in alles te favoriseren; waerop Engelant7 buiten twijffel bedenckingen heeft.

    Melander8 heeft met groote geruchten van nieuwe ligue tewege gebracht, dat Vrancrijck wat gelds aen de landgravinne9 heeft gegeven, misschien om hem te beter te disponeren hem een deel daer in latende, gelijck voor desen aen S.t Chaumont10 is geschiet. Ende van 't overgeven van de trouppes sal hij niet becomen hebben de intentie van Vrancrijck, alsoo Melander seit, dat de oversten aen malcander sijn verbonden om geene anderen dienst aen te nemen, maer ingevalle haere vrede met den keiser11 voortgaet elck te laten kiesen sulcken dienst als hem gelieft.

    150

    't Gunt uE. schrijft van Amsterdam12 staet mij wel aen. Moribus antiquis. Die schrickt is half geslagen.

    't Is seecker, dat de equippage te Helvoet13 over lang is aengelegt om haer macht te minderen.

    De steden aen de zee gelegen dienen te letten op een sulcke reformatie in de admiraliteiten, dat elck sijn debvoir doe ende nieuwe collegiën niet noodigh en werden. De multiplicatie van collegiën verswaert de lasten ende brengt confusie in. Wij moeten sien, wat de vergadering van Hollant op die ende andere saecken goed sal vinden ende 't beste verhoopen.

    Den brief aen de heer Staeckenbroeck14 heb ick gelesen. 'Tg(unt d)e keiserschen sustineren habet speciem aliquam juris, maer is seer periculeux voor de vereenigde Nederlanden, dewelcke misschien door de vrese van soo suspecte naebuiren belet sullen werden dit jae(r) te doen sulcx als hier verwachten ende bij Swede oock gewenscht werdt. Dat in Spaegnië volck (schaers)ch is, is wel te geloven.

    UE. sal nu verstaen hebben, off de Waelen, die den coning van Engellant15 uit het Spaensche Nederlant ontboden hadde, sijn gepasseert. Nae ick uit de Engelschen16 can verstaen, oock uit eenige brieven uit Schotlant, sullen die raserniën sonder bloet niet afloopen, zijnde des conincx autoriteit te seer gequetst in 't verachten van zijne ordre in 't houden van de synode ende in 't afstellen van de bisschoppen gestelt bij zijne majesteits autoriteit.

    UE. gelieve mij met den eerste, wat van de subsidie wesen sal ende wanneer, te laeten weten, opdat wij met mijnheer Spierinck17 tesamen de beste voet nemen. Sonder gelt te dienen soude mij te lastigh ende onlustigh vallen.

    Ick danck uE. voor den arbeit in de saecke van Rotterdam; bidde uE. daerin ten einde toe te continueren.

    't Geruchte loopt alhier noch van de comste van den hertogh van Wimar18 ende 't logys werd gereed gemaakt. Evenwel die hier sijne affairen doen connen sulcx niet heel wel geloven, te minder alsoo de keiserschen veel volcx bijeenhalen in Swaben, waerover men seit, dat den eertshertogh Leopold19 sal commanderen, ende te Philipsburg een groot magasijn hebben van vivres ende amunitie. Den keiser20 in persoon werdt gesegt te trecken tegen d'heer Banier21.

    S.t Claude in 't graefschap van Bourgognie is noch niet over. De Switsers bidden den hertogh van Wimar dat hij de salines wille spaeren, alsoo zij haer sout van daer becomen.

    Dewijl men daer besigh is, heeft den Spaignaerd de Fransoisen verrast ende

    151

    voor Maert het oorlogh aengevangen met de belegering van Casteau en Cambresis, soodat te beduchten staet, dat den Spaignaerd aldaer, de keiserschen in Cleef de plaets sullen stellen, daer men sal moeten vechten ende door dese prevent(iën d)e andere desseings beletten.

    De coninginne van Engellant22 naedat den coninck23 alhier geantwoordt hadde ordre te sullen stellen op haer onthael, schijnt van resolutie te veranderen, off omdat haere gesontheit te batewaert gaet ofte omdat zij verstaen heeft, dat den coning op haere comste nae andere quartieren soude gaen om mijnheer den cardinael24 alle ombragie te benemen.

    Hier is een capitale impositie25 ingestelt op de Fransoisen, waerin mijnheer den cardinael ende monsieur de Bulion26 elcx hondert duisent gulden hebben gepresenteert; oock eene op de vremdelingen soo genaturaliseerde als ongenaturaliseerde, die vrij wat sal nijpen.

    De doot van den hertogh van Candale27 soude wel connen dienen tot versachting van de swaericheit van den hertogh de la Valette28, dewelcker soon29 seer veel goeds sal erven van de sijnen oom de Candale ende oversulcx wel meriteren soude het huwelijck van een dochter van den marescal de Bresie30.

    Den hertogh van Lotteringen31 blijft vast aen den keiser sooseer, dat hij den marquys de ville32 aen hem met eenige conditiën uit Vrancrijck gesonden niet en heeft willen spreecken ende nae Brabant is vertrocken. De ruiterie ende voetvolck van hertogh Bernhard is in goeden stant.

    Den keiser als oock de eertshertoginne Claudia33 hebben aen de Switsers geschreven beleefdelijck haer gedachtig maeckende soo het respect dat sij het rijck schuldigh sijn als de verbonden met het huis van Oostenrijck aengegaen. Daer is oock een boeckske gemaect34 om de Switsers te toonen, dat haer de macht van Vrancrijck ontrent haere paelen groeiende te vresen staet, te meer alsoo den coninck van Vrancrijck 't recht van Savoye op 't land de Vaux ende van monsieur de Longueville35 Neufchastel heeft gecocht. Dat Florence haere vrijheit door de Fransoisen hebben verloren ende veele geallieerde door haer doen ofte naelaeticheit sijn geruineert als noch onlancx de churfürst van Trier36, den hertogh van Parma37, de hertoginne van Mantua38.

    152

    Die van Lucerne ende andere roomschgesinde Switsers soecken de lichtinge, die Vrancrijck doet, te traverseren; gaet evenwel voort, maer langsaem, omdat de Fransche pensioenen noch niet en sijn betaelt, gelijck oock de Spaensche lichtinge bij de Grisons, alwaer door de doot van Janasky39, waerover geen scherp ondersoek en geschiet, de Spaensche factie vrij wat is geswackt. Eenige meenen, dat de protestantsche Switsers wel souden mogen de partij van Vrancrijck aennemen, doch ick en meen niet, dat sij haer van de roomsschgesinde Switsers soo verre sullen willen afscheiden ende soo wel de neutraliteit als de verbonden met Oostenrijck (g)emaect breecken.

    Den ambassadeur van den keiser40 versoeckt een extraordinaire vergadering van de Switsers op sijn costen.

    Zürig, Bern, Solturn hebben vier personen gecoren tot capiteinen van de lijfguarde van mijnheer den dauphyn41. De roomsche cantons willen, dat aen deselve capiteinen verboden sal werden haer met het oorlogh te bemoeien.

    Den coning van Spaegnië doet in Navarre ende daerontrent groote lichtingen ende verwacht daer volck uit Nederland, ende comt selve te Burgos. Gelt ontbreeckt hem soo veel niet als (volck) soodat de staet van Milaen meest bij Duitschen wert bewaert. Te Venetië werdt verwacht een chiaux42 uit Turquie; off die vrede ofte oorlogh sal mede brengen, sullen wij sien. Met Genua heeft den Spaignaerd noch questie vanwegen de schepen voor desen genomen.

    Tot Parijs, den 5 Maert.

     

    UEd. gelieve ons ten beste te stuiren in 't stuck van de betaeling. Soo ick van 't coper conde betaelt werden ofte uit de subsidie, soo die gereed vallen, waer goed. D'heer Heuf43 sal ghene assignatie accepteren eer hij sijne afreeckening heeft; dan is het gelt van de partisane noch niet gereedt. Hij moet vijftighduisent gulden voor hemselve hebben, soo hij seit. Marini44 is geassigneert met vierduisent rijcxdalers.

    Daer comt soo daetelijck advys, dat Casteau en Cambresis is ontset.

    Monsieur de l'Isle45 comt weder nae Vrancrijck sonder iet uitgerecht te hebben by hertogh Bernhard, die nae Brisac is.

     

    Ick mercke, dat men hier beter hoope heeft als voor desen van de Hessische saecken.

    Te Baione is een verraet bij de Spaignaerden gebrouwen, ontdeckt ende gestraft46.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Van Reigersberg, raed in den Hoogen Raide in Hollant In Den Hage.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot den 5 maert 1639, wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R10t. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 3987; beantw. d. no. 4017?
    2 - No. 3987.
    3 - Johan de Knuyt.
    4 - De naam ‘Vranckrijck’ staat in de tekst in cijfer: 313. Van Reigersberch heeft er ‘Vr’ boven geschreven.
    5 - Frederik Hendrik. Het woord ‘prins’ staat in de tekst in cijfer: 467. Van Reigersberch heeft er ‘prins’ boven geschreven.
    6 - De naam ‘Orange’ staat in de tekst in cijfer: 445. Van Reigersberch heeft er ‘Orange’ boven geschreven.
    7 - De naam ‘Engelant’ staat in de tekst in cijfer: 125. Van Reigersberch heeft er ‘Engelant’ boven geschreven.
    8 - Peter Melander, graaf van Holzapfel.
    9 - Amalie Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin-regentes van Hessen-Kassel.
    10 - Melchior Mitte de Miolans, markies van Saint-Chaumont.
    11 - Ferdinand III.
    12 - De naam ‘Amsterdam’ staat in de tekst in cijfer: 123. Van Reigersberch heeft er ‘Amsterdam’ boven geschreven.
    13 - De naam ‘Helvoet’ staat in de tekst in cijfer: 9.24.7.1.20.24.3. Van Reigersberch heeft er ‘Helvoet’ boven geschreven.
    14 - Jhr. Thomas van Stakenbroeck, generaal van de Staatse cavalerie.
    15 - Karel I.
    16 - De ordinarius Engels gezant te Parijs John Scudamore en zijn extraordinarius collega Robert Sidney, graaf van Leicester.
    17 - Petter Spiring Silvercrona.
    18 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    19 - Leopold Wilhelm, broer van de keizer.
    20 - Ferdinand III.
    21 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    22 - Henriette Marie.
    23 - Lodewijk XIII.
    24 - Richelieu.
    25 - Zie no. 4004, p. 147.
    26 - Claude de Bullion, sieur de Bonelles.
    27 - Henri de Nogaret de Foix de La Valette, hertog van Candale.
    28 - Bernard de Nogaret d'Epernon de La Valette.
    29 - Louis-Charles-Gaston de Nogaret de Foix, markies van La Valette, later graaf en hertog van Candale († 1658).
    30 - Claire-Clémence de Maille († 1694), dochter van Urbain de Maillé, markies van Brezé.
    31 - Karel IV, hertog van Lotharingen.
    32 - Charles-Henri de Livron, markies de Ville.
    33 - Claudia de Medici, aartshertogin van Oostenrijk.
    34 - Voor de titel van dit werk zie men no. 4002, p. 143 n. 9.
    35 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    36 - Philipp Christoph von Sötern, keurvorst van Trier.
    37 - Odoardo Farnese, hertog van Parma.
    38 - Maria Gonzaga, hertogin van Mantua.
    39 - Georg Jenatsch.
    40 - Jacob Hannibal, graaf van Hohenems.
    41 - Lodewijk XIV. Voor de namen van de officieren zie men no. 4002, p. 143 n. 10.
    42 - Mutafaraça Sianis.
    43 - Johan Hoeufft, bankier te Parijs.
    44 - Charles Marin(i), Zweeds nieuwsagent betreffende Zwitserland en naburige landen.
    45 - Melchior de L'Isle.
    46 - Zie no. 4004, p. 149 n. 5.