eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4191. 1639 juli 2. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijnheer,

    Uit de insinuatie, die soo uE. als den advocaet Graswinckel2 mij hebben toegesonden, bemercke ick de continuatie van den cours, die den heer Spierinck3 heeft genomen. Hij selve seit daerenboven in sijne brieven aen mij, dat hij hem over dit stuck wil beclagen aen den Hoogen Raid ende aen de Staten van Zeelant4.

    Ick en can niet sien, dat hij daer veel sal opereren. Mijne bedencking op sijn versoeck heb ick aen hem wat generaelijck5, aen den advocaet Graswinckel wat breder geschreven6 ende soude niet garen sien, dat uE. om mijnentwil iet soude doen praeter decorum ende waerdoor goede correspondentie soude werden afgesneden.

    Ick heb d'heer Bulion7 mondeling, d'heer des Noyers8 door een brief9 verwittigt van de ontdeckte valscheit van een gerucht, waervan ick verstont eenighe advysen te hove te sijn gegeven. 't Sal goed sijn, dat de dienaers van Vrancrijck, die in Hollant sijn10, hierinne rond gaen, gelijck uE. mij doet hoopen.

    Dat uE. sich aen d'heer Camerarius11 soude addresseren, can ick niet wel goedvinde, maer dat uE. in een brief aen mijn heer de rijckcancellier12 in 't Latijn, Nederlandsch ofte Fransch de saecke verhaele, gelijck die is gelegen, vinde ick meer als dienstigh.

    Ich wensche uE. geluck op sijne reise ende een haeste wedercomste, omdat mijn huisvrouw13 te eer haere saecken verrichten ende haer tot de wedercomste alhier magh prepareren.

    Wij hebben hier de goede tijding van de capitulatie van Hesdin ende geloven, dat op dese uire de Fransoisen daerin sijn. Daer was alrede door een mijne ende batterie bresche gemaect in een bastion suffisant om in de stadt te comen.

    439

    Piccolomini14, die nu bij Ivoye sijnde gestaedigh het leger van den marescal de Chastillon15 tegen hem heeft, sal hem, soo men meent, vougen bij den cardinael-infant16 tegen de Hollanders, hebbende verricht dat in Vrancrijck was te verrichten, het ontset van Hesdijn te swaer ende te periculeux vindende.

    Den coninck17 is te Monstroeil, den cardinael18 t'Abbeville, ende sullen haer keeren nae Amiens, Cales ofte andere plaetsen nae gelegentheit. 't Jaer geeft noch tijds genoech om wat te doen.

    Den overste Betz19 is van hier wederom te hove gegaen geaccompagneert met een domestycke van den heer marescal Hoorn20, aen denwelcke ick oock brieven heb medegegeven tot bevordering van de vrijheit van denselve heer Horn. Ons werdt wat hoope gegeven, doch onseecker. Ick heb oock de ministres van den coning aengesproocken ende vertoont, dat het uitstellen van den tocht van den hertogh van Wimar21 over Rijn oorsaeck was, waerom de heer Bannier22 Prage niet en had becomen ende geschapen was te raecken in peryckel door te tsamenvouging van Haetsfeld23 met Gallas24 ende de aencomende trouppes uit Hongeren ende onder Goltz25. 't Antwoord, dat hierop gegeven werdt, is seer generael ende geeft mij weinigh hoope van dit jaer iet groots te sien uit Vrancrijck in Duitschlant.

    In Italië gaen de saecken niet nae wensch. 't Volck van den hertogh van Longueville26 is seer verloopen, soodat hij quaelijck vierduisent daer sal brengen, hebbende den cardinael de la Valette27 bij hem bij de sesduisent. Sania ende eenige andere plaetsen sijn bij de vijanden becomen. Eenige steden, onder anderen Nizza, weigeren de hertoginne-weduwe28 te obediëren, hebbende meer affectie tot de princen van dat bloedt29 ende vresende seer de Fransche dominatie.

    De vloot onder den eertsbisschop van30 Bourdeaux31 seit men verre gegaen te sijn langs de Spaensche custen.

    Den prins Casimir32 werdt uit Provence gebracht nae het Bois de Vincennes ende schijnt, dat eenige apparentie moet sijn in sijne vrijheit, alsoo hier een ambassadeur uit Polen33 werdt verwacht, die niet garen voor niet soude comen.

    440

    Den prins van Condé34 heeft de casteelen van Clera ende Rivas Altas becomen ende het stedeke Estagel hem dienende om meester te sijn van een rivier, die gaet nae Salza, welcke stadt nu beschoten werdt ende tamelijck wel gedefendeert, hebbende fortificatie op de oude manier ende dertich stucken geschut daer binnen.

    Mijnheer de Bulion seit mij, dat hij wil maecken, dat den coninck, naedat de paix gemaect sal sijn, sijn volck sal ontlasten van seventien millioenen jaerlijck, behouden jaerlijcx sestich millioenen, daer den coning sijn vader35 noit meerder jaerlijcx incomen heeft gehadt als sestien millioenen.

    Den 2 July 1639 tot Parijs.

    Wij verstaen, dat soo den marescal de Chastillon als Piccolomini elck ontrent sestienduisent man hebben; dat de Piccolomini tusschen de drie ende vierhondert officiers gevangen heeft ende aengaende de lossing aen den coninc heeft geschreven; dat den cardinael-infant noch was bij Aix.

    So uit Italië als uit Provence ende oock ter zee haesten haer de Fransoisen om garnison daerin te brengen tegen danck van den Savoysche gouverneur don Felix36.

    Adres: Mijnheer Mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant.

    In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 2 Iuly 1639.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R 11a. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 4166.
    2 - Dirck Graswinckel. Het bedoelde schrijven ontbreekt.
    3 - Petter Spiring Silvercrona. Vgl. ter zake brief no. 4129 van Nicolaes van Reigersberch dd. 27 mei en verder Brandt-Cattenb., Leven II, p. 227 vv. De brieven ontbreken.
    4 - Nicolaes van Reigersberch, zelf Zeeuw, had als raadsheer zitting in de Hoge Raad van Holland en Zeeland.
    5 - De brief ontbreekt.
    6 - No. 4156.
    7 - Claude de Bullion, sieur de Bonelles.
    8 - François Sublet, seigneur de Noyers.
    9 - Ontbreekt.
    10 - Nicolas le Seigneur, sieur d'Amontot, en de Franse gezantschapssecretaris Jean Brasset.
    11 - Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.
    12 - De Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    13 - Maria van Reigersberch.
    14 - Ottavio Piccolomini, hertog van Amalfi.
    15 - Gaspard de Coligny, hertog van Châtillon, maarschalk van Frankrijk.
    16 - Don Fernando.
    17 - Lodewijk XIII.
    18 - Richelieu.
    19 - Friedrich Betz.
    20 - Gustav Karlsson Horn.
    21 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    22 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    23 - Melchior von Hatzfeldt und Gleichen.
    24 - Matthias, graaf Gallas.
    25 - Martin Maximilian von der Goltz.
    26 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    27 - Louis de Nogaret d'Epernon de La Valette.
    28 - Christine de France, hertogin van Savoye.
    29 - Kardinaal Maurizio van Savoye en Tommaso Francesco, prins van Carignano.
    30 - Er staat tweemaal het woord ‘van’.
    31 - Henri d'Escoubleau de Sourdis, aartsbisschop van Bordeaux.
    32 - Jan II Kazimierz.
    33 - Christophe Corvinus Gasziewski; zie no. 4152, p. 387 n. 5.
    34 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    35 - Hendrik IV van Frankrijk.
    36 - Felice van Savoye († 1643).