eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    788

    4416. 1639 december 3. Aan J. Wtenbogaert1.

    Mijnheer,

    De diensten, die ick can doen aen uE. verwanten ofte anderen bij uE. gerecommandeert sijn clein in comparatie van 'tgunt ick uE. schuldich ben ende altijd nae mijn vermogen sal erkennen. Ick danck Godt, dat in die hoogen ouderdom de gesontheit noch soo goedt is ende 't gezicht niet onbequaem, gelijck de letter uitwijst. Ick bidde Godt ernstelijck al hetselve uE. ten gemeene beste lang te continueren.

    UE. gedruckte predicatiën2 ende de Naerder opening3 heb ick met lust gelesen, gelijck ick over lang aen mijn broeder de Groot4 advys heb gegeven.

    Den brief van Mijnheer den eertsbisschop van Cantelberg5 is geschreeven tot antwoord van de luthersche predicanten, die aen sijne Hoochwaerdicheit de saecken van Schotlant hadden gerecommandeert, gelijck uE. uit de copie6 sal mercken.

    Arnisaeus7, een seer geleert man in medicine, philosophie, theologie ende historie is onlancx, soo ick meen, gestorven sijnde gebrieft als raed van den coninck van Denemarcken8 ge ... ict. Veele van sijne boecken sijn waerd gelesen.

    Wat mijne wercken aengaet, daervan heb ick aen mijn broeder geschreven9. Maer ick soeck een drucker, die simpelijck mijne intentiën volgt in het drucken soo aengaende de ordre van het eene voor ofte nae(r) te doen drucken als in den tijdt, binnen dewelcke yder stuck moet sijn ged(ruc)kt, ende dat sonder exceptie. Goede correcteurs soude ick oock wel van noode hebben. Van 'tcorte geschrift bij mij op 'tversoeck van eenige voornementlijcke heeren van 'tparlement voor desen ingestelt over de coninclijcke macht ten aensien van kerckelijkce personen ende saecken10, meene ick, dat den raedsheer van Reigersberg11 copie sal hebben. Mijn boeck De veritate religionis Christianae12 werdt hier herdruckt met alle de noodige getuichenissen achter het boeck; werden oock herdruct mijne Apologie in

    789

    t'latijn13 en de Disquisitio de Pelagianis dogmatibus14. Onlancx is in Engellant in t'Engelsch overgeset ende gedruckt mijne Christus Patiens15 ende gedediceert aen den coning16 bij een voorneme edelman17 met elogie van een milord18. Dit alles sal Voetius19, Schoock20 ende Cloppenburg21 niet behaegen.

    D. Heinsii Annotaties op het Nieuwe Testament22 heb ik gesien, oock hetgunt D. Salmatius23 in sijn boeck De modo usurarum24 daerop heeft gezeit. Ick sal daerop seggen, dat Pecherel25 seide gesien hebbende de Annotatiën van Beza26, dat hij daer werck van maecte, maer niet verschrict en wierd om oock het zijne de werelt mede te deelen.

    'Tgunt uE. schrijft van de wereltsch gewapende leugen ende vande geestelijck

    790

    gewapende waerheit vinde ick seer goed ende approbere hetselve volcomentlijck hoopende oock, dat mijne schriften 'tselve sullen betuigen.

    UE. brieven - sooveel sonder uE. ongemack can geschieden - ende uE. vrunden - sooveel het haer gelieft bij mij te comen - sullen mij altijd aengenaem sijn.

    UE. seer geobligeerde dienaer
    H. de Groot.

    Den 3 Decembris 1639, tot Parijs.

    De boucken Arnisaei, insonderheit De iure Maiestatis27 waerin een caput is de maiestate circa Ecclesiastes28, meen ick mijn broeder de Groot wel bekent sijn.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Utenbogard.

    In dorso schreef Utenbogaert: d'Heer Grotius. R.a 21 December 1639.

    In margine met andere hand: judicium de Heinsii Annot. in N.T.

    Notes



    1 - Hs. Leiden, UB., coll. Pap. 2. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 4389. Niet ondertek. Gedrukt Rogge, Brieven Johannes Wtenbogaert, III, p. 281. De passage ‘Daniel Heinsius Annotatiën op het Nieuwe Testament ... mede te delen’ staat afgedrukt in Brandt-Cattenb., Leven II, p. 236, echter gedateerd op 13 december 1639.
    2 - Zie no. 4389, p. 748 n. 4.
    3 - Zie no. 4389, p. 748 n. 5.
    4 - Willem de Groot.
    5 - William Laud, aartsbisschop van Canterbury.
    6 - Ontbreekt.
    7 - Henning Arnisaeus († 1636).
    8 - Christiaan IV.
    9 - No. 4413.
    10 - Men denkt hier aan De imperio summ. potest. circa sacra van 1647. Maar dat is bepaald geen ‘cort geschrift’! Ter Meulen-Diermanse, no. 894.
    11 - Nicolaes van Reigersberch.
    12 - Hvgo Grotivs De veritate religionis Christianæ. Editio Nova, additis annotationibus in quibus testimonia. Parisiis, Sumptibus Seb. Cramoisy, Typographi Regij. MDCXL. Cvm privilegio regis; Ter Meulen-Diermanse, no. 950.
    13 - Apologeticvs eorvm qvi Hollandiæ Vvestfrisiæque & vicinis quibusdam nationibus ex legibus præfuerunt ante mutationem que euenit anno MDCXVIII. Scriptvs ab Hvgone Grotio I.C. Antehac Fisci Hollandici, Zelandici, Vvestfrisici Aduocato, ac post adsessore oppidi Rotterodamensis, & inter curatores reipublicæ Hollandicæ ac Vvestfrisicæ delegato. Cùm refutatione eorum quæ aduersus ipsum, atque alios acta ac iudicata sunt. Parisiis, MDC XXXX; Ter Meulen-Diermanse, no. 883.
    14 - Disqvisitio an Pelagiana sint ea Dogmata quae nunc sub eo nomine traducuntur. Parisiis, Apud Gvilielmvm Pelé, viâ Iacobæa, sub signo Crucis Aureæ. MDCXXXX; Ter Meulen-Diermanse, no. 938.
    15 - Christs passion. A tragedie. With annotations. London, Printed by Iohn Legatt. MDCXL; Ter Meulen-Diermanse, no. 43.
    16 - Karel I van Engeland.
    17 - George Sandys.
    18 - Lucius Cary, burggraaf Falkland.
    19 - Gisbertus Voetius (1589-1676), hoogleraar in de godgeleerdheid aan de hogeschool te Utrecht.
    20 - Martinus Schoock (1614-1669), hoogleraar aan de Illustre School te Deventer.
    21 - Johannes Cloppenburg (1592-1652), predikant te Brielle. In 1640 werd hij benoemd tot hoogleraar in de godgeleerdheid aan de hogeschool te Harderwijk.
    22 - Danielis Heinsii Sacrarvm Exercitationvm ad Novvm Testamentvm Libri XX. In quibus Contextus Sacer illustratur. SS. Patrum aliorumque sententiæ examinantur, Interpretationes denique antiquæ aliæque ad eum expenduntur. Qvibvs Aristarchvs Sacer, emendatior nec paulo auctior, Indicesque aliquot vberrimi accedunt. Lvgdvni Batavorvm, Ex Officinâ Elseviriorum. MDCXXXIX.
    23 - Claude de Saumaise -Salmasius-, klassiek-filoloog en hoogleraar te Leiden.
    24 - De modo usurarvm liber, Clavdio Salmasio auctore. Lvgd. Batavor. Ex Officina Elseviriorum. MDCXXXIX; Salmasius gaat uitvoerig in op Heinsius' Exercitationes in de Praefatio van zijn De modo usurarvm.
    25 - Pierre Picherel († 1590), Frans theoloog. Over de opmerking van Pickerel zie men het Lectori van zijn Opvscvla Theologica: ‘Nam extra causam Relligionis diligentiam Th. Bezæ laudebat; sed post ejus messem, magnum sibi & aliis spicilegium relictum dicebat’ (Petri Picherelli viri Doctissimi, Opvscvla Theologica Qvæ Reperiri potuerunt, partim antea, partim nunc primum edita. Quorum Catalogus infra sequitur. Lvgdvni Batavorvm, Ex Officinâ Elseviriana. Anno MDCXXIX).
    26 - Théodore de Bèze (1519-1605), Frans calvinistisch theoloog. Ter plaats in margine staat met andere hand: judicium de Heinsii Annot. in N.T. Bedoeld is Iesv Christi Domini Nostri Nouum Testamentum, siue Nouum fœdus, Cuius Græco contextui respondent interpretationes duæ: vna, vetus: altera, Theodori Bezæ. Eivsdem Th. Bezæ Annotationes, in quibus ratione Interpretationis vocum reddita, additur Synopsis doctrinæ in Euangelica historia, et Epistolis Apostolicis comprehensæ, et ipse quoque contextus, quasi breui commentario explicatur. Omnia nunc demum, vltima adhibita manu quàm accuratissimè emendata & aucta, vt quodammodo nouum opus videri possit. Svmptibvs Hæred. Evst. Vignon. M.D.XCVIII. [Geneuæ].
    27 - Henningi Arnisæi Halberstadiensis, De Jure Maiestatis libri tres. Quorum Primus agit de majestate in genere II. De jurib. majestatis majoribus III. De Juribus Maiestatis minoribus. Ex probatissimis quibusque, tum huius, tum priorum seculorum, autoribus Politicis, ICtis, Historicis, & quibuscunq; aliis, qui hujus materiæ aliquid sive dedita opera, sive aliud agendo attigerunt, excerpti & propriis observationibus subinde illustrati, & ad hodiernas Respubl. accommodati: et ob exemplarivm penvriam denuò recusi. Cum duplici Indice capitum & rerum verborumque memorabilium. Argentorati Sumptibus Hæredum Lazari Zetzneri. Anno M.DC.XXXV.
    28 - Op. cit., p. 268 vv.