Mijnheer,
Men spreect hier van vier legers, eene onder den prince Thomas2 waertoe Vrancrijck geven zal tienduizent man, eene in Catalagne onder een nieuwe bevelhebber waertoe 't gerucht destineert den hertogh van Anguien,3 een in den Alsas ende daerontrent, 'twelck nu is bij Remieremont4 ende verwacht de wedercomste van de gevangenen, eene
128
onder den hertogh van Orleans van zesduizent te paerd, vierentwintichduizent te voet waertoe het volck begint te vergaderen bij Chalons.5 Den hertogh van Lorraine, treckende groote contributiën uit het land van Mentz, Darmstad ende alles dat aen deze zijde is van den Rijn, hout het meeste deel van zijn volck tuschen de Mase ende Sambre,6 hebbende groote garnisoenen gelaeten te Longuy, Sainct-Avo ende Valdervange.7 Hazfeld is in Thuringen8 om zijn volck te ververschen ende werdt gesolliciteert bij den churfurst van Saxen om Leipsich te belegeren.9 Maer men meent dat Olmitz ende Swenicts10 den keizer meer zullen ter harte gaen wanneer het tijd zal zijn op te trecken. Te Weenen spreect men wel van den coning van Denemarcken te assisteren,11 maer men vindt zwaericheit om daer te comen door gebreck van vivres ende fourage. Men hout Uberlinge voor verloren.12Den hertogh van Vendosme is wedergecomen te Anet13 ende heeft aen de coninginne-regente geschreven, meenende haere Majesteit te estonneren met zijne resolutie. 't Parlement arbeidt te accommoderen de zaecke tusschen den hertogh van Guise ende monsieur de Coligny.14 Den hertogh van Orleans heeft zooveel aengedrongen dat zijne Hoocheit becomen heeft het gouvernement van Languedoc,15 den marescal de Scomberg16 hebbende moeten aennemen het gouvernement van Metz, Toul ende Verdun. Den hertogh van Anguien zal hebben het gouvernement van Poictou, Xainctogne ende ['t] Angoulesmois.17 In Switserlant werden gelicht drie compagniën ende tweeduizent
129
man tot recreues.18 In Normandië is wat oproers. De stadt van Parijs claegt zeer over het ophouden van de betaelinge van de renten ende gagiën. Den hertogh van Espernon heeft zichzelve niet wel gestelt te hove19 met een reize die hij buiten kennisse van het hoff gedaen heeft in Biscaje. De hertoginne van Mombason hoopt weder hier te comen.20 De princesse Anne heeft haere redenen uitgegeven tegen den hertogh van Guise nopende haer huwelijck.21 Den hertogh van Orleans neemt aen de protectie van de universiteit van Parijs, gelijck mijnheer den prins die van de jesuyten.22 Den nuntius is hier ende den ambassadeur van Vrancrijck te Rome gestelt buiten audiëntie.23Men hoopt de paix tusschen de Barbaryns ende de ligue in Italië, tot welcken einde den hertogh van Parme is te Venetiën.24 De conditiën zoude[n] zijn dat Castro zal wedergegeven werden ende voorts van wederzijde de plaetsen bij het oorlogh becomen. Zoo de paix voltrocken werdt,25 hoopt de keizer veel volcx te crijgen van den hertogh van Toscane ende Vrancrijck van 't volck van Venetië.
De vergadering tot Francfort duirt;26 stelt ordre op de camer van Spier. Den keizer
130
zal zijne verzochte contributiën becomen. Maer een vergadering van meerder importantie is te Passau,27 alwaer zijn den eertshertogh Leopold, de gezanten van Spaignie ende Beyeren, alwaer men spreect van te gebruicken zes legers:28 dat van Gallas, het Beyersche, het Lotharingsche, een onder Hazfeld, een onder Lamboi ende dat van de Westfalische creitz. Om 't leger van Haesfeld te verstercken tot 12000 man leent den hertogh van Beyeren aen den keizer tweehondertduizent rijcxdalers tot verbetering van zijne hypotheque. Den keizer, gequetst zijnde geweest door een val van het paerd af, begint te becomen.Uit Engelant hebben wij dat de advantguarde van de Schotten gecomen was tusschen Barwyck ende Neucastel,29 dat Pleimuth bij de parlamentarissen was ververscht van volck ende nooddruft,30 dat achthondert Ieren aengecomen waeren te Wimuth,31 dat de parlamentarissen onderschept hebbende het paecquet van de coninginne-regente van Vrancrijck aen den grave van Harcourt,32 de brieven behoorende aen denzelve grave hem heeft laeten volgen, maer geopent de brieven van milord Goryn aen de coninginne van Engelant,33 waerin bevonden hebbende dat milord Goryn verzoect van de coninginne van Engelant verlof om noch eenige juweelen hier in Vrancrijck te vercoopen, welcke juweelen de parlamentarissen zeggen de croon van Engelant toe te comen, hebben zij daerover milord Goryn verclaert schuldigh aen hooge trahison. Den grave van Harcourt schijnt in Engelant niet meer te doen te hebben, alzoo hij van den coning van Engelant niet en heeft connen becomen dat sijne Majesteit het parlement te Londen voor een wettigh parlement zoude herkennen ende het parlement tegen hem onlust heeft gevat uit een brief dien hij eer hij te Londen quam, had geschreven aen de spreeckers34 van het parlement in termen ende maniere die zij niet beleefd genoech en vonden.35 Daerenboven hebben zij in den brief van milord Goryn gezien dat den grave van Harcourt uit Vrancrijck last hadde om zich in alles te conformeren met de intentie van den coning van Engelant. Denzelve coning hadde voorgenomen een tegenparlement te Oxfort te
131
vergaderen,36 maer weinigh provinciën hebben derrewaert gezonden ende eenige die gezonden waeren zijn den coning suspect geweest. Den broeder van den hertogh van Hamilton, ontcomen uit de bewaering te Oxford, heeft zich te Londen begeven bij de Schotsche gedeputeerden,37 willende in Schotlant zijne zaecke justifiëren.13 Ianuarii [sic] 1644.
Wij hooren hier dat Ragosky zich bedenckt ende teruggetreckt,38 dat de parlamentarissen in Engelant Warwyck39 becomen hebben ende dat groote onlust is tuschen d'heer Waller ende den gouverneur van Cichester,40 beide parlamentarissen. Te Toulouse brandt men veel oude wijfs, die men beschuldigt oorzaeck te zijn van den hagel ende muysen.41 Den hertogh van Angoulesme, oudt vierendetwintich jaer,42 heeft een jonge juffrouw getrouwt van zeventien jaeren om kinderen te teelen, alzoo zijn zoon maer eene zoon en heeft die zeer swack is.
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant, in Den Hage. Port 8 st.
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 13 Januari 1644 uyt Paris.