eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3475. 1638 februari 27. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    Ick danck uE. van de moeite, genomen in de saecke van ons gelt ende van de advysen van den 15 February2. Bidde uE. de saecke van Caesar3 voort te vorderen.

    Wij dancken Godt van de wederbecomen gesontheit van onse suster4 ende hoopen, dat die harde stoot haer lang sal gedijen tot gesontheit.

    Sijn oock blijde, dat mijnheer Vosbergen5 dat groote peryckel is geëschappeert ende aen de Staten-Generael goede tijdinge heeft gebracht van de genegentheit alhier, die ick houde te strecken tot continuatie van 't oorlogh om veele redenen Eusebium6 raeckende.

    Van dat van de landgravinne7 schrijft Valerius8 twijffelachtich. Daer is veel aen gelegen. Sal garen verstaen, wat daerin vorder sal connen werden vernomen.

    De inclinatie van Soophi9 gaen nae het oorlogh. Oversulcx twijffele niet, off

    122

    men sal met Latouw10 sluiten soo men oock met de lely11 ende met Ragoski12, te meer dewijl Hannibals13 volck nu van Vespasiano14 sijn afgetrocken weinigh plaetsen bezet gelaeten hebbende.

    Dat Gallas15 hem in dienst van Polen soude begeven, can ick niet wel geloven. Den coninc van Polen16 heeft geen macht ter zee ende van de landzijde can hij in Denemarcken niet geraecken, soodat het schijnt, dat hij 't affront sal moeten verswelgen.

    Ick meen uE. sal gesien hebben de articulen van de nieuwe ridderschap17 van Polen. Veele dingen sijn daerin bedenckelijck ende men siet claerlijck, dat hij onder decksel van religieaenhang soeckt om de croon vast te maecken aen sijn geslacht ende daertoe gebruict den raed van Spaignië, alwaer die opinie de immaculata conceptione Virginis hooch werdt gedreven.

    Wij moeten sien, hoe het voornemen van de keiserschen om sich te logeren in Holstein, ende van den coninc van Denemarcken18, om sulcx te beletten, sal afsloopen.

    Waerop de steden haer recht funderen over die van de Admiraliteit, wilde ick wel weten. Ick wenschte oock wel te verstaen, waerop loopt het different van Utrecht. Dat den vrijen handel niet van alle, maer van eenige goederen goed soude doen, oock in Oostindië ende de peuplatie vorderen, is het advys altijd geweest van Matelief19 ende eenige anderen. In Westindië gelove ick, dat noch meerder redenen daertoe dienen, ende soude een proeve daervan connen werden genomen soo lang de compagnie sulcx soude behaegen. 't Beletten van den handel in Guinee aen de Fransoisen sal misschien succederen. Met de Engelschen meene ick, dat men moeite sal hebben.

    't Is mij lief, dat de Oostindische actiën soo hoog loopen, alsoo ick die compagnie altijd heb wel toegedaen geweest ende hoop mijnen tweede soon20 deselve eens dienst sal doen. Ick instruere hem vast in veele saecken, die Numerianus21 sullen connen dienen, hopende dat het de mijne daer niet schaden en sal, dat Gracchus22 haer tegen is. Aengaende de handeling van Hamburg, ick oordeele, dat

    123

    het voor desen ontijdelijck soude geweest sijn, maer nu tijdelijck soude sijn deselve te vorderen, indien Sweden verseeckert is van 't gelt van Hollant.

    't Oorlogh gaet hier noch stappelijck voort. Den prins van Condé23 hout sich gereedt om te gaen na Guienne ende off een inval te doen in Navarre oft de Spaignaerden te beletten weder te comen nae Leucate, waertoe sij haer schijnen gereed te maecken.

    Den hertogh van Longueville24 is geweest te Sedan, heeft den graef van Soissons25 niet connen persuaderen die retraitte te verlaeten. Hoewel hij niet quaelijck is genegen tot het huwelijck van de princesse Marie26, dochter van wijlen den hertogh van Mantue27, dewelcke pretendeert, dat de goederen van Nevers haer toecomen, als geboren in Vrancrijck, daer den jongen hertogh van Mantue28 is geboren in Italië ende oversulcx niet capabel om goederen in Vrancrijck te erven, volgens 't recht d'aubeine29. Den bisschop van Casal30 is bij de douairière van Mantue31 hier gesonden om het contrarie te sustineren; den coninc32 meent men, dat de saeck sal stellen aen de justitie.

    Den graef van Arcourt33 van 't huis van Lorraine, broeder van Elboeuf34 gaet trouwen met de rijcke weduwe35 van den ongeluckigen Puylaurens36 ende werdt oversulcx nae geallieert van mijnheer den cardinael37.

    Voor den hertogh van Wimaren38 sijn wij becommert. Den gouverneur van Hohentwyl39 heeft de Fransche protectie aengenomen. 't Volck van den hertogh van Wymar hebben Henninge ingenomen, beneden Basel, tasten Zelle aen ende sijn voor Rijnfelt gecomen tot aen de grachten daerentusschen. Den keyser schrijft hart aen de Switsers om sulcx te beletten, dewelcke vergadert sijnde, tot Bade aen den hertogh hebben gesonden om van het belegh af te staen. De catholijcke Switsers, soo 't stuck aen haer alleene stont, souden gewelt tegen den hertogh gebruicken, maer de protestanten, die de sterckste sijn, vinden sulcx niet goed ende werden gestijft door den ambassadeur van Vrancrijck40, die seit soo iet sulcx geattendeert werdt, dat den coninc het verbont sal houden voor gebroocken. De Duitsche colonels41, die hier sijn, meenen, soo men daetelijck eenige regimenten ge-

    124

    mengt van Duitschen ende Franschen tot vijf ofte ses duisent nae den hertogh sond, dat men soude niet alleen Franckenland ende den Pals doen beven, maer veele schuilende protestantsche edelluijden, jae oock Swabische steden wederbrengen aen de partije, gevende oock hoop van Ulm ende Norenberg sijnde beide de steden quaelcijk getracteert bij de keiserschen, Norenberg oock in groot geschil met den vorst van Beyeren42.

    Dese discoursen gaen misschien, wat te verre. Maer oock de Fransoisen gaen te traegh. Want Guebrian43, die gedestineert was om 't leger van den hertogh te stercken, gaet met Mons.r de Longueville nae 't graefschap van Bourgogne ende niet alleen werdt geen verstercking aen den hertogh gesonden, maer niettegenstaende groote sollicitatie crijgen wij vandaer niet anders als beloften van tegen Mey eenigh volck te senden. Ondertusschen verloopen veele schoone occasiën.

    De questie van repressaillie tusschen Engelant ende Vrancrijck, importerende vijf millioenen, is geaccordeert44, maer 't accord noch niet geteyckent. Wat de Engelschen willen doen, is quaet te weten. Ick hoor sij een ambassadeur van nieus in Engelant45 hebben gesonden.

    In Italië schijnt, dat de Fransoisen werck genoech sullen vinden dit jaer om Piedmont te beschermen ende 't Montferrat, alwaer bij de Spaignaerden onlanx Poinson is geoccupeert. De lichtinge van de Spaignaerden aldaer sijn groot. 't Hertogdom van Mantue blijft in vrede onder de protectie van Venegië.

    Lanneau46 sijnde medicijn ende, soo hij seit, astrologien heeft over vijf jaeren aen de coninginne47 geseit, dat sij in dese tijdt swanger soude sijn. Nu wederom bij haer sijnde ontboden seit, dat sij een soon48 sal baeren ende wederom een andere soon49 over een jaer. Aen goede vrunden spreeckende seit te twijffelen, oft desen eerste soon gesont sal sijn. Maer den tweede sal sijn gesont ende sterck. Sulck volck door haere stouticheijt crijgen aensien. Geluckt het, soo becomen sij groote reputatie, soo niet, werdt alles vergeten.

    Den 27 febr. 1638 te Parijs.

     

    Gardeloupe50, een eiland bij America, is van de Fransoisen tegen 't gewelt van d'ingeborenen, opgehitst tegen den Spaignaerden, tamelijck gefortificeert. Maer van daer comt niet dat (sic) suycker, taback, coton ende eenig hout om te verven.

    In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den lesten (sic) feb. 1638.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R7g. Gedeelt. in Brandt-Cattenb., Leven II, p. 151, alwaar ten onrechte de brief op 6-2-1638 gedateerd wordt en; bovendien ibid., p. 155, met datering op 28-2-1638. Antw. op no. 3458; beantw. d. no. 3486?
    2 - No. 3458.
    3 - Codenaam voor Rotterdam.
    4 - Suzanna van Reigersberch.
    5 - Caspar van Vosbergen.
    6 - Schuilnaam voor De Richelieu.
    7 - Amelia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, weduwe van Wilhelm V van Hessen-Kassel.
    8 - Schuilnaam voor Ludwig Camerarius, Zweeds gezant in Den Haag.
    9 - Codenaam voor Zweden.
    10 - Codenaam voor Frankrijk.
    11 - Codenaam voor Engeland.
    12 - De naam staat in de tekst in cijfers 66.27.9.17.21.15.8. met door Van Reigersberch erboven geschreven: v.... H.R.N.X.K. en wel volgens het door hem en Grotius gebruikte cijfer. Dit levert echter niets op. Het cijfer, dat Grotius in zijn correspondentie met de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna gebruikt, geeft als oplossing ‘Ragoski’, waarbij dan dient te worden aangenomen, dat 15 abusievelijk staat voor 58. Van Reigersberch schreef in margine: Ragoski.
    13 - Schuilnaam voor Ferdinand III. Van Reigersberch heeft er ‘Keysers’ boven geschreven.
    14 - Codenaam voor Pommeren. Van Reigersberch heeft er ‘Pomeren’ boven geschreven.
    15 - Matthias, graaf Gallas.
    16 - Wladislas VII (IV) van Polen.
    17 - Over deze ridderorde zie men VIII no. 3369, p. 763 n. 8.
    18 - Christiaan IV van Denemarken.
    19 - Cornelis Matelieffe de Jonge (1569-1632), koopman te Rotterdam en medeoprichter van de Verenigde Oostindische Compagnie.
    20 - Pieter de Groot.
    21 - Codenaam voor Amsterdam.
    22 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    23 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    24 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    25 - Louis de Bourbon, graaf van Soissons.
    26 - Maria Louisa Gonzaga.
    27 - Carlo I Gonzaga, hertog van Mantua.
    28 - Carlo III Gonzaga, hertog van Mantua.
    29 - Over het droit d'aubaine zie men IV, p. 404 n. 2.
    30 - Scipio Agnelli.
    31 - Maria Gonzaga, dochter van Frans IV, hertog van Mantua.
    32 - Lodewijk XIII.
    33 - Henri de Lorraine, graaf van Harcourt.
    34 - Charles II de Lorraine, hertog van Elboeuf.
    35 - Marguerite-Philippine de Coislin; zij was een nicht van De Richelieu.
    36 - Antoine de Laage, hertog van Puylaurens.
    37 - De Richelieu.
    38 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    39 - Konrad Widerholdt.
    40 - Blaise Méliand.
    41 - Voor hun namen zie men no. 3445, p. 72 n. 13.
    42 - Maximiliaan I van Beieren.
    43 - Jean Baptiste de Budes, maarschalk van Guébriant.
    44 - Zie no. 3474, p. 119 n. 8.
    45 - Abusievelijk voor ‘Spaignie’. Bedoeld wordt Arthur Hopton.
    46 - Niet nader geïdentificeerd.
    47 - Anna van Oostenrijk, koningin van Frankrijk.
    48 - Lodewijk XIV, geboren op 5 september 1638.
    49 - De astroloog was dichtbij de waarheid. In 1640 werd een tweede zoon, Philippe I, hertog van Orléans († 1701) geboren.
    50 - Zie hierover no. 3474, p. 121 n. 2.