Mijn Heer,
Wij arbeiden hier om de ratificatie van de tractaten van Wismar ende
271
Hamburg2 ende de betae]ing van de termijn, die dese maent sal verschijnen, tot effect te brengen ende om te sien, off men hier lust heeft tot de trefves ofte niet.'t Schijnt, dat het kinddragen van de Coninginne3 doen dencken om een vrede ende om hetgunt daertoe can dienen.
Den cardinael-infant4 sal hem disponeren om de paspoorten voor die van Hollant5 te geven sonder offentie; den coninc van Vrancrijck6 om Ferdinand7 als keiser te kennen; den keiser om voor de gesanten van de landgravinne8 ende den hertogh van Wimar9 ende andere geallieerde van Swede10 ende van Vrancrijck11 paspoorten te geven om te senden soo te Colen, als te Hamburg ofte te Lubeck, ten einde sij daer mogen spreecken met de ambassadeurs van die twee croonen ende haere interesten door deselve doen proponeren.
't Oorlogh gaet hier langsaem voort. Guébrian12 heeft ontrent twee duisent man gebracht aen den hertogh van Wimar; den hertogh van Longueville13 heeft ses duisent man bij hem in de Fransche Comté, hoopt te crijgen tot sestien duisent toe. Maer daerentusschen is den vijant daer de sterckste ende belegert Bleteran. In Guienne doet mijnheer den prins14 noch niet, dan dat hij veele edicten doet passeren. Den mareschal de Bresze15 begint sijn volck te vergaderen tusschen het land Messin ende Champagne. Den hertogh van La Force16 ende den marescal de Chastillon17 crijgen met groote moeite haer volck bijeen sijnde beide gedestineert om 't oorlogh te voeren in verscheide quartieren van Picardië; dese heeft noch geene cavallerie ende van de infanterie niet het vierde paert, soodat alles langsaem toegaet ende veel bedenckens heeft.
Eenige trouppes van de vijant hebben sich vertoont ontrent Ardres. Montgailliard18, die Breme had overgegeven, is onthooft ende de capitainen, die daer binnen waeren geweest, ontset van haeren dienst.
Uit Italië werdt geschreven, dat veele plaetsen van Calabrië door aerdbeving sijn vergaen ende daerin veele menschen tot groote schade van den coninc van Spaignië19.
272
De Engelschen sijn beter als voor dese met Vrancrijck ende hoopen, dat op haer exempel eenigh gelt van hier sal vlooten nae den palsgraeff20, die sulcx wel van doen sal hebben, ende, soo hij niet wel en werdt gesecoureert, apparentelijck haest sal sijn 't eenemael geruïneert.
Wat te Hamburg sal vallen van de handeling tusschen Vrancrijck ende Swede, sullen wij weten, wanneer den heer Anstruther21, ambassadeur van Engelant, aldaer sal sijn gearriveert.
Den cardinal Ginetti22 begint weder te leven(?).
Wij verlangen om te weten, wat tijdingen d'heer Melander23 ende Wolff24 in uE. quar8tieren sullen brengen. Aen de landgravinne sal hier contentement gegeven werden.
Voor Hanou werdt niet sonder reden gevreest, insonderheit soo den graef25 comt te sterven.
Tot Parijs, den 7 Mey nieuwes stijls 1638.
Forbischer26, die hier geweest is voor den coninc van Polen27, gaet met den prins Casimir28 in Spaignië ende Italië.
Morgen gae ick de coninginne geluck wenschen met haeren dicken buick. God laet het haer ende 't rijck wel becomen.
Den 7 Mey nieuwes stijls 1638.
Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In Den Hage.
In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 7 Mey 1638.