eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    4592A. 1640 april 7. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    D'heer Mazarini heeft ordre om te gaen nae Colen ende tot de reys sijn hem aengetelt 50000 cronen.2 Engellandt en schijnt niet heel wel tevrede te sijn van de voet die genommen is op ['t] stuck van de vrijheyt van mijnheer den curfurst.3 Immers mijnheer den graeff van Licester4 heeft sijne Mayesteyt niet bedanckt nochte de ministers van den coninck sedert die tijt aengesproocken. Ick hebbe mijnheer den curfurst alle eere gegeven alsoff sijne Doorluchticheyt in volle bezit waere. Van 's conings wege ontfangt sijne curfurstelijcke Doorluchticheyt alle eere uytgenommen den tytel van curfurst. Heeft bij den coning nae weynich woorden geseeten, in 't cabinet weder gezeten, aen tafel geseeten aen deselve zijde, eene plaetse ledich tuschen beyden; de coninginne ende den dauphin gegroet. Werdt in sijn logement treffelijck gedient door hoffmeester ende edelluyden van den coning. Den cardinael heeft sijne manieren gehouden, maer groote toeseginge van vrundtschap gedaen aen sijne Doorluchticheyt. Deselve sijne Doorluchticheyt meent de ministres van den coning als den cancellier van Vranckrijck, monsieur de Bullion ende de Schavigni5 te gaen besoecken.

    Soo Engellandt, alwaer ick hoope dat de coninginne van Behmen met alle middelen sal arbeyden ende hulpe vinden aen het parlement soo 'tselve werdt gehouden, door Spagnie werd affgetrocken van de vrundtschap met Vranckrijck ende sorge voor het huys van de Palts, soo sal mijnheer den curfurst sich aen Vranckrijck moeten vastmaecken, als door dewelcke sijne Doorluchticheyt daetelijck can herstelt worden in een deel van de Pals ende met gelt geholpen om eenige macht te becommen tot voorstant van sijne gerechticheyt ende als het comen sal tot een paix oock seer werden geholpen. De preparaten van oorloch die in Engellandt continueren ende de vrese dat de saecke met de Schotten soude mogen werden

    500

    geaccomodeert sal apparentlijck oorsaeck sijn dat het leger van den marschal de La Meylleray6 wat sal moeten letten op hetgunt uyt dien hoeck soude mogen comen.

    In Italië7 is den vijandt sterck, hebbende in 't velt soo men mij advyseert 22000 te voet, 6000 te paerdt. Gol den Haes8 licht‹en› daertoe 6000 man in Duytslandt, waerbij comende die gelicht sijn in Tiroll, met noch eenige Switsers ende Grisons meent men dat die tesaemen sullen comen tot 15000 man. Dese connen gebruyckt werden nae gelegentheyt nae Italië ofte in den Elsas. Ende wert bij den graeff van Valckesteyn ende docter Wolmers9 bij de Switsers gearbeyt om de passagie vrij te hebben door 't landt van Baden ende Turgau, met vivres om geldt ende vrijheyt om volckte lichten,10 waertoe de roomschgesinde wel sijn gesint ende de protestanten, vol vrese van Spagnie ende ombragie van Vranckrijck, weeten niet wat sij doen sullen. Brisacq ende Rijnfeldt werden seer gefortificeert. Geldt [is] door wissel overgemaect voor den hertogh van Longeville,11 die nu beeter te passe is ende onder sijn bevel heeft niet minder als 5000 paerden, 3000 te voet. Heeft het geschut doen lichten van Bingen. De Beyerschen in Franckenlandt doen gantsch niet. Nothaft werckt te Straesburg voor den keyser.12 Wij hebben hier monsieur Croesig, gedeputeerde van hertogh Willem van Saxen-Wijmaer, om te mogen hebben de goederen van den overleden hertogh volgens het testament.13 Den cardinael-infant14 heeft 2 coetsen met peerden ende 6 paerden onder den sadel tegemoetgesonden aen prins Casimir ende hem geschoncken om de beleeftheden van Vranckrijck ‹van Vranckrijck› te doen vergeeten.15 De coninginne vaert wel. Ick meen haere Mayesteyt haest geluckte gaen wenschen met haere twede kindracht.16

    Die van Venetië alhier publiceren de doot van den Grooten Heer17 ende seggen dat den tweeden die hem succedeert, Ebrahim, is van cleyn couragie ende niet actyff. Andere seggen dat den Grooten Heer sieck is van hydropisie.18 Spinola19 neemt weder eenige

    501

    plaetsen in Roussillon ende men vreest voor een belegh van Bayonna. In Italia seyt men dat Chivas20 bij de vijanden is belegert, het casteel van Turijn werdt gemineert, ende dat den eertsbischop van Bonrde[a]ux21 gaet commanderen in Provence ende in de zee daerontrent. Den prins van Condé22 gaet nae Longuedocq. Den marquis de Villeroy23 seyt men dat hebben sal 8OOO man tegen het graeffschap van Bourgogne. La Meillerey sal hebben soo men seyt 8000 paerden, 24000 te voet, 20 grooten ende 30 cleyne stucken geschuts, tweeduysent treckpaerden. Drieduysent man sullen Normandië bewaeren tegen seditie ende macht van buyten. Men doet naeuwe ondersoeck op de valschemunters.

    Bovenaan de copie staat: Paris, den 7 April anno 1640.

    Notes



    1 - Hs. Stockholm, RA, Extranea 24, copie. Vgl. no. 4592 (dl. XI). Vermoedelijk betreft het hier een door Spiring naar Stockholm verstuurd afschrift van de Nederlandstalige nieuwsbrief die Grotius zijn Hollandse correspondenten Reigersberch en Spiring op deze dag deed toekomen. Zie voor de door Grotius vermelde nieuwsfeiten ook de andere brieven van 7 april 1640 (nos. 4587 en 4591 (dl. XI)).
    2 - Richelieu wilde kardinaal Mazarin (Mazarini) als Frans vertegenwoordiger afvaardigen naar het te Keulen geplande algemene vredescongres (J.J. Poelhekke, De Vrede van Munster, p. 89-90).
    3 - Karl Ludwig van de Palts, zoon van ‘winterkoningin’ Elisabeth Stuart, was in oktober 1639 op doorreis in Frankrijk gearresteerd, nadat hij ervan was beschuldigd het leger van wijlen Bernhard van Saksen-Weimar aan zich te willen trekken. In maart 1640 wist Grotius te bereiken dat de keurvorst zich vrijelijk in Frankrijk mocht bewegen.
    4 - Robert Sidney, graaf van Leicester, extraordinaris ambassadeur van Engeland.
    5 - Kanselier Pierre Séguier, Claude de Bullion, sieur de Bonelles, surintendant des finances, en Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny en Buzançais, staatssecretaris van buitenlandse zaken.
    6 - Charles de La Porte (1602-1664), markies, later hertog van La Meilleraye, ‘grand maître de l'artillerie’ en sinds 1639 ‘maréchal de France’, bracht in de omgeving van Noyon en Soissons een groot leger bijeen (no. 4602 (dl. XI)). Hij zou zich op de belegering van Arras (Atrecht) (juli, augustus 1640) gaan richten.
    7 - De gegevens over de oorlogssituatie in Italië en Zwitserland nam Grotius over uit een op 4 april ontvangen brief van Carl Marin, dd. 22 maart 1640 (no. 4566 (dl. XI)).
    8 - De Vlaming Gil de Haes (Guldenhasius) (1597-1657), officier in keizerlijke dienst (BNB V, kol. 136-139).
    9 - Op de landdag van Baden (18-24 maart 1640) werden de keizerlijke belangen behartigd door Georg Ulrich, graaf van Wolkenstein (ca. 1584-1663), en Isaac Volmar (1582-1662) (Rott, Hist. reprès. dipl. V, p. 395).
    10 - Hier wordt bedoeld dat de Zwitsers tegen redelijke prijzen levensmiddelen zouden leveren en de lichting van aanvullende troepen toestaan; vgl. no. 4587 (dl. XI).
    11 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    12 - De keizerlijke hofraad Johann Heinrich Nothafft (Gschliesser, Der Reichshofrat, p. 227-228) onderhandelde over ondertekening van de Vrede van Praag (1635) door de Rijksstad Straatsburg.
    13 - Heinrich Philibert von Krosigk (Krossig) († 1642), agent van Wilhelm, Albrecht en Ernst van Saksen-Weimar, broers van de op 18 juli 1639 overleden hertog Bernhard (nos. 4495A en 4578 (beide in dl. XI); Bernard de Saxe-Weimar, p. 471-472).
    14 - Kardinaal-infante Ferdinand van Oostenrijk.
    15 - Jan II Kazimierz (Johan Casimir), broer van de Poolse koning Wladislas IV, was aan het einde van februari 1640 uit Franse gevangenschap vrijgelaten (no. 4541 (dl. XI)).
    16 - Op 14 april 1640 berichtte Grotius aan Christina van Zweden dat hij tijdens een recente audiëntie aan het Franse hof Anna van Oostenrijk geluk met haar zwangerschap had gewenst. Op 21 september 1640 zou de koningin van Frankrijk het leven schenken aan Philippe, hertog van Anjou (no. 4598 (dl. XI)).
    17 - Murád (Amurath IV) was op 9 februari 1640 overleden; hij werd opgevolgd door zijn broer Ibrahim.
    18 - Dit laatste bericht tekende Grotius vermoedelijk op uit de Gazette 1640, no. 45, dd. 7 april 1640 (‘De Vénise, le 10 Mars 1640’).
    19 - Felipe Spinola (1594-1659), markies van Los Balbases (Diccionario de Historia de España III, p. 696).
    20 - Chivasso, ten noordoosten van Turijn.
    21 - Henri d'Escoubleau de Sourdis (1593-1645), aartsbisschop van Bordeaux, commandant van de Franse vloot.
    22 - Henri II de Bourbon, prins van Condé.
    23 - Nicolas de Neufville (1598-1685), markies van Villeroy, diende in de Franse legers in Italië. In 1646 werd hij behalve maarschalk ook gouverneur van Lodewijk XIV (Dictionnaire de la Noblesse 7 (14), kol. 931-932).