D'heer Mazarini heeft ordre om te gaen nae Colen ende tot de reys sijn hem aengetelt 50000 cronen.2 Engellandt en schijnt niet heel wel tevrede te sijn van de voet die genommen is op ['t] stuck van de vrijheyt van mijnheer den curfurst.3 Immers mijnheer den graeff van Licester4 heeft sijne Mayesteyt niet bedanckt nochte de ministers van den coninck sedert die tijt aengesproocken. Ick hebbe mijnheer den curfurst alle eere gegeven alsoff sijne Doorluchticheyt in volle bezit waere. Van 's conings wege ontfangt sijne curfurstelijcke Doorluchticheyt alle eere uytgenommen den tytel van curfurst. Heeft bij den coning nae weynich woorden geseeten, in 't cabinet weder gezeten, aen tafel geseeten aen deselve zijde, eene plaetse ledich tuschen beyden; de coninginne ende den dauphin gegroet. Werdt in sijn logement treffelijck gedient door hoffmeester ende edelluyden van den coning. Den cardinael heeft sijne manieren gehouden, maer groote toeseginge van vrundtschap gedaen aen sijne Doorluchticheyt. Deselve sijne Doorluchticheyt meent de ministres van den coning als den cancellier van Vranckrijck, monsieur de Bullion ende de Schavigni5 te gaen besoecken.
Soo Engellandt, alwaer ick hoope dat de coninginne van Behmen met alle middelen sal arbeyden ende hulpe vinden aen het parlement soo 'tselve werdt gehouden, door Spagnie werd affgetrocken van de vrundtschap met Vranckrijck ende sorge voor het huys van de Palts, soo sal mijnheer den curfurst sich aen Vranckrijck moeten vastmaecken, als door dewelcke sijne Doorluchticheyt daetelijck can herstelt worden in een deel van de Pals ende met gelt geholpen om eenige macht te becommen tot voorstant van sijne gerechticheyt ende als het comen sal tot een paix oock seer werden geholpen. De preparaten van oorloch die in Engellandt continueren ende de vrese dat de saecke met de Schotten soude mogen werden
500
geaccomodeert sal apparentlijck oorsaeck sijn dat het leger van den marschal de La Meylleray6 wat sal moeten letten op hetgunt uyt dien hoeck soude mogen comen.In Italië7 is den vijandt sterck, hebbende in 't velt soo men mij advyseert 22000 te voet, 6000 te paerdt. Gol den Haes8 licht‹en› daertoe 6000 man in Duytslandt, waerbij comende die gelicht sijn in Tiroll, met noch eenige Switsers ende Grisons meent men dat die tesaemen sullen comen tot 15000 man. Dese connen gebruyckt werden nae gelegentheyt nae Italië ofte in den Elsas. Ende wert bij den graeff van Valckesteyn ende docter Wolmers9 bij de Switsers gearbeyt om de passagie vrij te hebben door 't landt van Baden ende Turgau, met vivres om geldt ende vrijheyt om volckte lichten,10 waertoe de roomschgesinde wel sijn gesint ende de protestanten, vol vrese van Spagnie ende ombragie van Vranckrijck, weeten niet wat sij doen sullen. Brisacq ende Rijnfeldt werden seer gefortificeert. Geldt [is] door wissel overgemaect voor den hertogh van Longeville,11 die nu beeter te passe is ende onder sijn bevel heeft niet minder als 5000 paerden, 3000 te voet. Heeft het geschut doen lichten van Bingen. De Beyerschen in Franckenlandt doen gantsch niet. Nothaft werckt te Straesburg voor den keyser.12 Wij hebben hier monsieur Croesig, gedeputeerde van hertogh Willem van Saxen-Wijmaer, om te mogen hebben de goederen van den overleden hertogh volgens het testament.13 Den cardinael-infant14 heeft 2 coetsen met peerden ende 6 paerden onder den sadel tegemoetgesonden aen prins Casimir ende hem geschoncken om de beleeftheden van Vranckrijck ‹van Vranckrijck› te doen vergeeten.15 De coninginne vaert wel. Ick meen haere Mayesteyt haest geluckte gaen wenschen met haere twede kindracht.16
Die van Venetië alhier publiceren de doot van den Grooten Heer17 ende seggen dat den tweeden die hem succedeert, Ebrahim, is van cleyn couragie ende niet actyff. Andere seggen dat den Grooten Heer sieck is van hydropisie.18 Spinola19 neemt weder eenige
501
plaetsen in Roussillon ende men vreest voor een belegh van Bayonna. In Italia seyt men dat Chivas20 bij de vijanden is belegert, het casteel van Turijn werdt gemineert, ende dat den eertsbischop van Bonrde[a]ux21 gaet commanderen in Provence ende in de zee daerontrent. Den prins van Condé22 gaet nae Longuedocq. Den marquis de Villeroy23 seyt men dat hebben sal 8OOO man tegen het graeffschap van Bourgogne. La Meillerey sal hebben soo men seyt 8000 paerden, 24000 te voet, 20 grooten ende 30 cleyne stucken geschuts, tweeduysent treckpaerden. Drieduysent man sullen Normandië bewaeren tegen seditie ende macht van buyten. Men doet naeuwe ondersoeck op de valschemunters.Bovenaan de copie staat: Paris, den 7 April anno 1640.