eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3530. 1638 [april] 17. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    In mijne laetste brief2 heb ick vergeten dat bij te vougen nopende het tractaet de Imperio Summarum potestatum circa sacra3, dat hetselve wel met meer passagiën is verrijckt, maer in effecte deselve positiën inhout, die men vinden can in mijn boeck tegen Sibrandum4, in de Resolutie van den jaere 16145, soo die is uitgegeven met bijgevouchde passagen, in mijne propositie gedaen tot Amsterdam6 ende in mijne Apologie7.

    209

    Hoe d'heer van Oosterwijck8 van mij spreeckt, daer is mij weinigh aen gelegen. Maer dat hij mij niet en heeft bejegent nae behooren is seecker. Comt sulcx door instructie, soo wil ick die niet toegeven, die mij soo lang gequelt hebben ende noch geen leedwesen te toonen. Is het sijn impertinentie, die en staet mij mede in dese qualiteit niet te verdragen.

    Aen den ambassadeur van Venegië9 was lestmael denselve dagh van audiëntie geassigneert, die mij was gegeven. Ick was wat eer op reis met den graef van Bruslon10, conducteur van de ambassadeurs, maer onderweeg brack wat aen 't gescheer van de paerden, waerdoor den ambassadeur van Venegië ons achterhaelde ende voorbij reedt. Den graef van Brulon, die hem socht te favoriseren, sont sijne lieutenant11, die mede bij ons was, met hem, om hem audiëntie te doen hebben, vóór mijne comste. Maer den coninc12 verstaende, dat ick op wegh was, dede den ambassadeur van Venegië wachten, totdat ick mijne audiëntie hadde gehadt. Ende sulcx is de stijl.

    Men heeft mij dese dagen seer aengesocht om mijnheer den cardinael13 te begroeten. Ick heb geseit sulcx te sullen doen, wanneer de ambassadeurs van Engelant14 hetselve sullen hebben gedaen.

    Ick com tot uE. brief van den 5 April15 ende voor eerst dancke uE. voor de devoiren in de saeck met Caesar16, die uE. soo veel te meer onlust moeten causeren omdat het werck soo traegh voortgaet. Men moet doen, dat men can.

    Van het schrijven ende senden van gelt ende oorlogsgereedschap uit Engellant nae den churfürst17 hebben de Engelsche ambassadeurs alhier geene tijding. Seggen oock, dat de onlusten in Schotlant niet te beduiden en hebben ende lichtelijck sullen werden geappaiseert.

    Wat Staeckenbroeck18 sal doen in het lant van Cleef ende off alles sal connen blijven in termen van neutraliteit, sal mij lusten te hooren, alsoock wat de Duinkerckers bij handen sullen nemen.

    Ick verwacht hier D. Schmalzium19 met alle 't gebesoigneerde tot noch toe20 ende instructie voor het toecomende.

    Men hoopt hier seer op een vrougen tocht van den prins van Orangie21.

    Van de vier legers van Vrancrijck, een in Guienne, een in de Franche Comté, twee off drie op de canten van Nederlant onder den prins van Condé22, Longue-

    210

    ville23, La Force24, Chastillon25, Brezé26 heb ick uE. [ge]schreven27. Men meent al te samen sal sijn over de 40m man.

    Wij sullen seer verlangen te hooren, wat te Hamburg sal passeren.

    Mijnen oudste28 heb ick seer gesocht tot de studiën weder te brengen, maer siende, dat ick sijn humeur daertoe niet en conde brengen, heb ick mij eintelijck nae sijne lusten geaccommodeert ende hem gestelt onder het gebiet van een wijs ende eerlijck man29. Onsen tweede30 gebruickt vast baststonen op een ijdele hoope, die hem is gegeven van sijn been te rechten31. Wij hebben ons oock daerinne gevoucht nae sijne imaginatie, dewelcke nu beginnende te cesseren soo sal hij hem haest tot de reis begeven.

    Den hertogh van Wimar32 heeft den 28 Maert nieuwer stijls het buitenhooft van Retel met escalade, 't casteel met compositie becomen. Den 30 is Neuwenborg tusschen Basel ende Brisac aen den Rijn gelegen bij den vijant verlaeten, werdt bij den hertog gesterckt ende een brugge daerbij gemaect, al beginselen om Brisac te blocqueren; om te belegeren ontbreeckt volck ende 't Fransche secours vordert langsaem. Waer het gecomen geweest, daer was occasie om een goed deel van des vijants volck te slaen, die bij Mompelgiard in het dal van Dambelin vergaderen om eenige vivres in Brisac te brengen. Nu is het voetvolck van den hertogh verdeelt, soo in Rijnfeld, 'twelck gefortificeert werdt, als in andere plaetsen. De ruiterie onder Rose33, Nassau34, Taupadel35 ende Calembac36 loopt in Suabe tot Memmingen toe hebbende Balingen Tutlingen ende eenige cleiner stedekens becomen. Oock veertich van des vijants ruiters geslagen. De schrick in Beyeren is groot ende daerom de vivres ende ammonitie van Donawerdt getransporteert tot Augsburg, alwaer oock het garnisoen is vermeerdert. De advysen continueren, dat de stad Regenspurg het keisersche garnisoen hebbende uitgejaecht haerselve bewaert sonder verder te treden vooralsnoch.

    Den graeff van Hanauw37 heeft een schrift uitgegeven tot sijne justificatie Ramsay38 seer beswaerende.

    Van Savelly's39 uitcomste werdt seer verscheidentlijck geschreven. Ontcomen sijnde uit Lauffenburg heeft hij sich begeven te Baden in Switserlant, hem

    211

    aldaer aen de magistraten bekent gemaect; bij deselve met goed convoy gesterckt sijnde gecomen te Lucerne, gelogeert bij des paus' nuntius40, begroet bij den Spaenschen ambassadeur Casati41 ende bij den keiserlijcke commissaris42. Van daer gegaen nae Constans om een leger weder bijeen te rapen.

    Daer sijn alrede eenige trouppes van den vijant bij deselve stadt van Constans, bij Zelle ende Lindau. Voor negen duisent anderen werdt bij den voorseiden Casati passage gesocht door Switserlant.

    Gotz43 is met vier regimenten bij Heilbrun. Vier regimenten ruiterie van Heidelberg comen daerbij. Dan verwacht men noch twee duisent ruiters van de hertogh van Beieren44 ende twee duisent Croaten, behalven anderen, die van verder plaetsen sullen afdaelen.

    Den gouverneur45 die Bremo te haestigh heeft overgegeven, is gevangen ende men seit hij deselve faute met de doot sal betaelen.

    Drie duisent soldaten sijn door de Grisons gepasseert nae Milan. De Grisons stercken seer haere forten van Rhijn ende Steig ende vermeerderen de garnisoenen vresende seer voor inlandsche beroerte. Den paus46, Venegië ende den hertogh van Florence47 beraedslagen veel tesamen, soo 't schijnt, om een trefves te maecken tot voordeel van de roomsche religie.

    Savelly heeft nae Wenen geschreven, dat, soo Jan de Waert48 met de laeste slagh had gewacht tot de comste van het geschut ende 't meerder deel van de infanterie, dat den hertogh van Wijmar ende alle de zijnen souden sijn gebleven geweest. Jan de Waert ter contrarie heeft uit den gevanckenisse een open brief geschreven aen den hertogh van Beieren, dat Savelly door sijn poltronnerie oorsaeck was van 't verlies van de slagh, hebbende d'eerste geweest in 't vluchten, soo haest den slagh aenging. Indien dat waer is, soo is den hertogh van Wimar hem wel weder een coustritie (?) schuldigh geweest.

    Ontrent Bern sijn nieuwe mijnen gevonden van loot ende sulfer, 'twelck haer wel te pas sal comen om haerselve te defenderen, alsoo sij seer gedreigt werden bij de keiserschen.

    Den Poolschen gedeputeerde Forbisch49 heeft audiëntie bij den coninc gehad met blooten hoofde ende de paix gerecommandeert, oock sijnes conincx50 dienst daertoe gepresenteert. Ick meen, hij niet anders als generael antwoord sal becomen.

    212

    Aan de landgravin51 is andermael van hier gelt gesonden, soodat men wel verhoopt, sij bij de partie sal blijven insonderheit, soo sij oock van Sweden eenigh secours becomt.

    Tot Parijs, den 17 Marty52 1638.

     

    Alles wel overleggende, soo 'tgunt mij voor desen ende in Hollant sijnde is bejegent, 'tgunt Neef53 daerin heeft gedaen, de quade bejegening van den heer van Oosterwijck, de opiniastreit van de regierders soo langen tijdt duirende tegen mij, 'tgunt mijn broeder54 is bejegent, oock considererende, dat, als sij nu al wilde te niet doen 'tgunt tegen mij is gedaen, sulcx een nieuwe confirmatie soude sijn van de voorgaende proceduiren, ben ick geresolveert nae haer gantsch niet te vragen ende mijne kinderen in 't peryckel niet te stellen van bespot ofte quaelijck getracteert te werden. Sal daerom niet laeten te doen hetgunt tot het gemeene best is streckende. Ende can soo door brieven als door monsieur Heufd55 alles communiceren, dat noodigh is. Ick heb mijne kinderen geseit ende sal het bij testament stellen, dat mij niet aengenaem en soude sijn, dat sij eenigen dienst soude aennemen van de Staten-Generael oft van de Staten van Hollant oft van den prins.

     

    Vier soldaten, drie burgers van Lauffenburg sijn geëxecuteert over het ontcomen van Savelli.

    Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In Den Hage.

    In dorso met andere hand: Den 17 Maert 1638.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R7i. Gedeelt. bij Brandt-Cattenb., Leven II, p. 159. Antw. op no. 3518; beantw. d. no. 3547.
    2 - No. 3524.
    3 - Voor de titel van dit werk zie men no. 3510, p. 177 n. 11.
    4 - Sijbrandus Lubbertus (± 1556-1625), hoogleraar in de godgeleerdheid te Franeker. Het betreft hier de Ordinvm Hollandiae ac VVestfrisiae pietas ab Improbissimis Multorum Calumnijs, praesertim verò à nuperâ Sibrandi Lvbberti Epistolâ quam ad Reverendissimum Archiepiscopum Cantuariensem scripsit vindicata: Per Hvgonem Grotivm Eorundem Ordinum Fisci Advocatum. Avctoritate pvblica Senatus Delegatorum ab Ordinibus Hollandiae & Westfrisiae Excudit Lvgdvni Batavorvm Ioannes Patius, Iuratus & Ordinarius Academiae Typographus Anno 1613; Ter Meulen-Diermanse, no. 817.
    5 - Decretvm Jllustrium ac Potentum Ordinvm Hollandiae et Westfrisiae pro pace ecclesiarvm, mvnitvm Sacrae Scripturae auctoritate, & Conciliorum, Antiquorum Patrum, Confessionum publicarum, & recentiorum Doctorum testimonijs. Lvgdvni Batavorvm Excudit Ioannes Patius, Iuratus & Ordinarius Academiae Typographus. Anno MDCXIV. Cum Privilegio Ordd. Holl. & Westfr. in Septennium; Ter Meulen & Diermanse no. 826.
    6 - Verhael vande heeren ioncker Adrian van Mathenes, Heere van Riviere, Opmeer, Does &c. Hugo Muys van Holy, Schout der Stadt Dordrecht: Gerrit Ianssz vander Eyck, Burgemeester der stadt Delft: Meester Hugo de Groot, Raedt, ende Pensionaris der Stadt Rotterdam: ende Willem Pieterssz. Hases, Burgemeester der Stadt Hoorn, by de Mogende Edele Heeren, mijn Heeren de Staten van Hollandt eñ VVest-Vrieslandt, in hare Vergaderinge gehouden in Aprili sesthien-hondert sesthien gedeputeert, om de E. Heeren Burgemeesteren ende Raden der Stadt Amsterdam te onderrichten van de oprechte intentie van haer Mog. Ed. tot conservatie vãde ware Christelicke Gereformeerde Religie: eñ vande goede ende gewichtighe redenen die haer Mog. Ed. hebben gehadt om te nemen de Resolutien inde Kerckelicke saken daer inne verhaelt, eensamentlick de dienstelickheyt ende notelicheyt der selver. In s'Graven-Haghe, By Hillebrant Iacobssz., Ordinaris ende Geswooren Drucker der Heeren Staten s'Landts van Hollandt ende VVest-Vrieslandt. Anno 1616; Ter Meulen-Diermanse no. 844.
    7 - Sensvs librorvm sex, qvos pro veritate religionis Christianae Batavice scripsit Hugo Grotius, Lvgdvni Batavorvm, Ex Officina Iohannis Maire MDCXXVII, waaraan was voorafgegaan Bewys Van den waren godsdienst In ses Boecken gestelt By Hvgo de Groot. Gedruckt in 't Iaer onses Heeren MMCXXII. Ter Meulen-Diermanse, resp. no. 944 en 143.
    8 - Willem van Liere, heer van Oosterwijk.
    9 - Anzolo Correr.
    10 - Anne, graaf van Brulon.
    11 - René Giraut.
    12 - Lodewijk XIII van Frankrijk.
    13 - De Richelieu.
    14 - John Scudamore en Robert Sidney, graaf van Leicester, resp. ordinarius en extra-ordinarius Engels gezant te Parijs.
    15 - No. 3518.
    16 - Codenaam voor Rotterdam.
    17 - Karl Ludwig van de Palts.
    18 - Jhr. Thomas van Stakenbroeck.
    19 - Peter Abel Schmalz, secretaris van de Zweedse rijkskanselier Axel Oxenstierna.
    20 - Het betreft hier Zweedse onderhandelingen met Frankrijk en Engeland.
    21 - Federik Hendrik.
    22 - Henri de Bourbon, prins van Condé.
    23 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    24 - Jacques Nompar de Caumont, maarschalk van La Force.
    25 - Gaspard de Coligny, maarschalk van Châtillon.
    26 - Urbain de Maillé, markies van Brezé.
    27 - No. 3515 dd. 3 april.
    28 - Cornelis de Groot.
    29 - Ludwig von Schmidberg; zie no. 3544 in fine, p. 230.
    30 - Pieter de Groot.
    31 - Over dit lichaamsgebrek van Pieter zie men M. van Leeuwen, Het Leven van Pieter de Groot, Utrecht 1917 pp. 7-8.
    32 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    33 - Rheinhold von Rosen.
    34 - Otto Wilhelm, graaf van Nassau-Dillenburg.
    35 - Georg Christoph von Taupadel.
    36 - Zie p. 206 n. 7.
    37 - Philipp Moritz, graaf van Hanau-Münzenberg.
    38 - James (Jacob) Ramsay.
    39 - Federigo Savelli, hertog van Poggio Nativo.
    40 - Ranuccio Scotti.
    41 - Carlo-Emanuele Casati.
    42 - Peter von Schwarzenberg.
    43 - Johann, graaf van Götz.
    44 - Maximiliaan I van Beieren.
    45 - Pierre-Pol de Percin, baron van Montgaillard.
    46 - Urbanus VIII.
    47 - Ferdinando II de Medici, groothertog van Toscane.
    48 - Johan van Werth.
    49 - William Forbes.
    50 - Wladislas VII (IV) van Polen.
    51 - Amelia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin van Hessen-Kassel.
    52 - Abusievelijk voor ‘Aprilis’; de brief is nl. een antwoord op Van Reigersberchs schrijven van 5 april.
    53 - Schuilnaam voor Frederik Hendrik.
    54 - Willem de Groot.
    55 - Johan Hoeufft, bankier te Parijs.