eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    3551. 1638 april 30. Aan N. van Reigersberch1.

    Mijn Heer,

    'T is mij leed, dat uE. soo veel moeite heeft met onse saecke. 'T is wondert, dat die van Rotterdam2 mijne onschuld ende mijne groote ongelucken wetende vremd vinden, dat ick mijne indemniteit soecke aen deghene, met de welcken ick

    243

    heb gecontracteerd, denwelcken ick trouwelijck heb gedient, om welcker bevel ick soo veel ende soo lang heb geleden. Willen sij mij met een proces slepen, sij connen het doen. UE. gelieve te letten op l. qui operas d. Locati3 ende 'tgunt naeder comt op 'tgunt Castrensis4 seit van publycke officiën5 in l. ex conducto etc., item cum quidam n. 7. eo titulo6: sed quid legibus opus, ubi cuidam est aequitas et videre volentibus lucet7.

    Ick dancke uE. voor de affectie tot het beste van de mijnen; dewijle den oudste8 die wegh gecoren heeft, moeten wij hem daerin helpen. UE. bedenckinge van door monsieur Wyckefoort9 te wercken is niet vremd. Sed metuo, ne labori par non sit, parum eius amans.

    'T versamelen van de verstroide Fransche trouppes is mij lief ende dat de vicomte de Turaine10 de eer van sijn huis bewaert.

    Ick geloof, dat het cleine bestant de landgravinne11 heeft gedient. Oock geloof ick, dat sij nu belofte hebbende van gelt uit Vrancrijck ende groote hulp uit Sweden bij de partije sal blijven gelijck d'heer Guntrode12 ons verseeckert. Soo Vrancrijck als Sweden sullen in alle handelinge voor haer ende hertoch Bernhards13 interesten sorgen.

    Onse Sweden maecken staet in corten tijd bijeen te hebben 18000 te voet, 7000 te paerd ende daerenboven een goede vloot.

    Dat Sijne Hoocheit14 haest te velde comt, sal seer noodigh sijn, soo voor die Staet als voor de gemeene saecke. Als men in 't velt is, soo vind men gelt.

    Monsieur de Chavigny15 was gisteren bij mij; seit mij, dat monsieur de Longueville16, die nae die quartieren gaet, daer hertogh Bernhard is, sal hebben effectivement 16000 man, 10 te voet, 6 te paert.

    't Expediënt op den Westindischen handel vinde ick goet. Men heeft hier oock opinie, dat de Duinkercksche vloot al in Spaignië is. Sal apparentelijck eenige desseings hebben op de Fransche custen. Een heer van qualiteit van de religie17 seide mij dese dagen, dat hij geloofde, dat het was op Rochelle sijnde nu een open vleck.

    244

    De Fransoisen soowel als de Sweden sijn ten hoochste verblijdt over het Wismarsche tractaet18 ende tot explicatie bijgevoechet seer importante articulen.

    Ick sende uE. copie van mijne volmacht tot een trefves, waertoe de coninginne19, die nu voor seecker swaer is, seer sal arbeiden. Ick meen Haere Maiesteit haest daervan te gaen onderhouden; gelijck ick den coning20 daerop heb gesproocken. Daer en sal niet geschieden, dan tesamen bij Vrancrijck ende Swede, dewelcke oock sorgen sullen voor haer geallieerde: soodat Soldner21 ende den graef Curtz22 te laet sijn gecomen.

    Ick hadde gemeent, dat Hortensius23 hierdoor soude sijn gepasseert, maer heb hem niet vernomen. Soude niet gelaeten hebben hem wel te ontfangen ende met goede brieven tot bevordering van sijne saecke te accompagneren.

    Den heer van Oosterwijck24 wil oock voor sijn wel spreecken met gelijck vergelde; maer de manier is, dat ambassadeurs van de coningen niet wel sijnde bejegent denselve die sulcx gedaen heeft, niet weder en sien, maer wachten een courtoiser. Dat hij mij soude getracteert hebben als de Engelschen25, is niet waer. Is het bij desseing geschiet - gelijck ick houde - soo moet ick mijn desseing daertegen setten. Is het door ignorantie, soo moet ick hem beter leeren. Sijne comportementen hebben mij alrede, door het exempel, soo veel quaeds gedaen, dat die van Venegië sulcx volgende mij genootsaect heeft de visite af te breecken. Ick heb oock gelet op mijnheer Vosbergens26 comportementen ende sie, dat de heeren Staten-Generael in haere brieven Denemarck stellen voor Swede.

    De gifte van Meppen is bij de croon van Sweden gedaen op de landgravinne, die, soo sij wil, haer recht op den palsgraef27 magh transporteren. Dit is soo geschiet, omdat den palsgraef de croon Swede, van dewelcke Kniphuisen28 Meppen te leen hield, niet en heeft erkent.

    Ick twijffel seer, oft het volck van den palsgraef soo groot sal sijn, als men uE. seit.

    UE. gelieve doch, dat van de soon van monsieur Pels29 ofte een ander in sijne plaetse in memorie te houden, alsoo ick seer bij gebreck van een goede naerstige schrijver, ben geïncommodeert ende lange uitstel niet en can lijden.

    Den 20/30 April.

    In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 30 April 1638 wt Paris.

    Notes



    1 - Hs. Amsterdam, UB., coll. RK., R7l. Eigenh. oorspr. Niet ondertek. Antw. op no. 3533; tesamen met no. 3552 beantw. d. no. 3573.
    2 - Het betreft hier de pogingen namens Grotius ondernomen om alsnog zijn achterstallig salaris als raadpensionaris van Rotterdam uitbetaald te krijgen.
    3 - Justinianus Dig. XIX. 2. 38.
    4 - Paolo de Castro, Italiaans rechtsgeleerde uit de 15de eeuw.
    5 - In de tekst staat abusievelijk ‘officieren’.
    6 - Paulus Castrensis, In Digestum vetus, Leiden 1561 p. 319.
    7 - Vgl. Cicero De Off. I, 9, 30: Aequitas enim lucet ipsa per se, dubitatio cogitationem significat iniuriae.
    8 - Cornelis de Groot.
    9 - Joachim de Wicquefort, agent van Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    10 - Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne.
    11 - Amelia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin van Hessen-Kassel.
    12 - De Hessische hofmaarschalk Hans Heinrich von Günterroth.
    13 - Bernhard, hertog van Saksen-Weimar.
    14 - Frederik Hendrik.
    15 - Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny.
    16 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville.
    17 - Niet geïdentificeerd.
    18 - Zie no. 3479, p. 129 n. 2.
    19 - Anna van Oostenrijk, koningin van Frankrijk.
    20 - Lodewijk XIII.
    21 - Dr. Johann Söldner.
    22 - Ferdinand Siegmund Kurz.
    23 - Martinus Hortensius; zie over hem V, p. 490 n. 1.
    24 - Willem van Liere, heer van Oosterwijk, Staats gezant in Parijs.
    25 - John Scudamore en Robert Sidney, graaf van Leicester, resp. ordinarius en extra-ordinarius Engels gezant te Parijs.
    26 - Caspar van Vosbergen.
    27 - Karl Ludwig van de Palts.
    28 - Dodo von Innhausen und Knyphausen.
    29 - Pieter, zoon van Paulus Pels.