eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Letter



    7110. 1644 oktober 24. Van W. de Groot.1

    Frater optime,

    Exemplaria Annotatorum in Vetus Testamentum duo2 quae Va[n]derhogius attulit nondum accepi,3 neque enim adhuc rediit Hagam, sed vesperi rediturus putatur. Interea libri tui hic iam publice prostant,4 atque ita Vossius et Salmasius sua exemplaria serius accipient quam alii qui ea ement, nam e prioribus alterum mihi servavi, alterum Reigersbergio5 misi.

    Vidi hodie libellum de Reformandis horis canonicis a Blavio impressum, sed non addito nomine.6 Carmen Belgicum et Latinum Westerbanii7 in obitum Utenbogardi excudit typographus,8 cui et tuum, quod ab amicis nactus est, subiecit.9

    Pro iis quae de animo pontificis, de gestis in Portugallia, Flandria aliisque regioni-

    87

    bus nuntias, gratias habeo maximas;10 quod de Anglorum qui Londini sunt dissidio scribis, id confirmant et alii.11

    A Diderico nostro litteras Casseliae VIIo huius mensis datas accepimus; gaudeo eum apud ducem Anguianum in pretio esse.12 De Petro rogo cogites super iis quae proxime scripsi.13 Salengrianum hisce aliquot diebus non vidi itaque de arca certi quippiam nondum habeo;14 dabo tamen operam ut intelligam ecquid spei supersit.

    Princeps iam huc rediit;15 putatur hoc agere ut maiorem filiam16 comiti Mauritio Nassavio nuptum17 det eique praeter praefecturam Wesaliae, quam nuper dedit,18 etiam id munus conferat quod habuit prius Staeckenbroeckius, nunc vero comes Stirumbius,19 qui et ipse vitam cum morte commutavit,20 ut nimirum filii sui sit optio in dignitate magistri equitum,21 quanquam et eam ambit Wilhelmus Nassavius, Frisiae gubernator.22 De

    88

    Suedicis et Danicis controversiis nihil fere hic audimus.23 Recte tu de impensis nostris in classem navalem factis iudicas.24

    Spero Deum Optimum Maximum aliquando viam monstraturum qua inter partes pax sincera et universalis coalescat, cuius protectioni te tuosque omnes commendo,

    tibi obsequentissimus frater,
    Guilielmus Grotius.

    Raptim. Hagae, XXIV Octobris 1644.

    Adres: A monsieur/monsieur Grotius, ambassadeur de la reine et couronne de Suede, à Paris. Port 24 st.

    Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 2 Nov. 1644.

    En in dorso: 24 Oct. 1644 W. de Groot.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 24, 329. Eigenh. oorspr. Antw. op no. 7092, beantw. d. no. 7126.
    2 - Een Haags boekbinder had de aan Willem de Groot en Gerardus Joannes Vossius toegedachte exemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137), reeds van een band voorzien (nos. 7068, 7089 en 7099).
    3 - De Middelburgse ‘tourist’ Jacobus van der Hooge zou zorg dragen voor de exemplaren die Grotius zijn zwager Nicolaes van Reigersberch en de Leidse hoogleraar Claude Saumaise wilde schenken. Later bleek dat de jongeman het transport van zijn koffers had toevertrouwd aan een vrachtvaarder; vgl. nos. 7157 en 7169.
    4 - De Parijse drukker-uitgever Sébastien Cramoisy had uit vrees voor een goedkope Amsterdamse herdruk vaart gezet achter de verspreiding van de eerste handelsexemplaren van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum in de Republiek; vgl. no. 7018 (dl. XV), en BG no. 1137: ‘Prostant Amsterdami, apud Johannem Blaeu’.
    5 - Willem de Groot handelde niet overeenkomstig de afspraken: het was nooit Grotius' bedoeling geweest om Nicolaes van Reigersberch een voorkeursbehandeling te geven; supra, n. 2 en 3.
    6 - Vgl. BG no. 1322. Het door Grotius voor een herdruk aanbevolen ‘discours’ Consultatio de reformandis horis canonicis ac rite constituendis ecclesiasticorum muneribus van de Parijse kanunnik Claude Joly; zie nos. 6403, 6426, 6444, 6461 en 6479 (dl. XIV) en nos. 6631, 6643, 6663 en 6938 (dl. XV).
    7 - Jacob Westerbaen (1599-1670), leerling van Vossius te Leiden, ging na de gebeurtenissen van 1618-1619 medicijnen studeren. Sinds 1629 ambteloos burger, wisselde hij het rustige landleven in Loosduinen af met het vervaardigen van dichtwerken (NNBW X, kol. 1177-1181).
    8 - Het Lyck-dicht op het ... overlijden van ... Johannes Uytenbogaert ... den 4. Sept. Anno 1644, 's Gravenhage, A. Jz. Tongerloo ... 1644 (Petit, Bibliotheek van Nederlandsche Pamfletten I, nos. 2261 en 2295). De verzen, met inbegrip van een gedicht van de hand van Willem de Groot, zouden in 1645 worden opgenomen in Wtenbogaerts autobiografie Leven, kerckelijcke bedieninghe ende zedighe verantwoordingh .... Alles bij hem selven beschreven ... bevestight met verscheyden bewijsen, acten, ende munimenten, daer toe dienende, p. 523-529.
    9 - Zie no. 7047 (dl. XV) en nos. 7080-7081. Willem de Groot had Grotius' gedicht op het overlijden van de remonstrantse predikant Johannes Wtenbogaert aan enkele vrienden getoond. Ook in de versie van Jacob Westerbaen luidt de vijfde regel: ‘Attamen has omnes sperat patientia laudes’.
    10 - Nieuwsberichten over de verzoeningsgezindheid van paus Innocentius X, de gevangenname van de Portugese edelman Jorge Mascarenhas, markies van Montalvão, en de acties van de Picardische bevelhebber Jean, graaf van Gassion, tegen de Spaanse garnizoenen van Saint-Omer en Mont-Cassel.
    11 - De Schotten drongen aan op de invoering van het presbyteriaanse stelsel in Engeland. Hun voorstel om een kerkorde op te stellen in de geest van de besluiten van de synoden van Dordrecht (1618-1619) en Alès (1620) viel slecht in de smaak van de independenten, gematigd-episcopalen en erastianen (CSP Ven. 1643-1647, p. 147 en p. 153-155, en Briefw. C. Huygens IV, p. 93).
    12 - De missie naar het hof van landgravin Amalia Elisabeth van Hessen-Kassel had de Frans-Weimarse officier Dirk de Groot te danken aan aanbevelingen van zijn bevelhebbers Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, en Louis II de Bourbon, hertog van Enghien; zie nos. 7068 en 7079.
    13 - Zie zijn brief van 17 oktober (no. 7099). De familie in de Republiek wist niet goed raad met de onduidelijke toekomstplannen van Pieter de Groot.
    14 - De zoektocht naar de boekenkist waarin Grotius op 22 maart 1621 uit zijn Loevesteinse kerker was gedragen. Willem de Groot had gehoopt dat hij de oplossing van het raadsel zou kunnen vinden in het huis van de graven van Hohenlohe te Delft. De huidige bewoner Jean de Sallengre moest hem teleurstellen. Het wachten was nu nog op een antwoord van de grafelijke raad Willem de Lange (no. 7055 (dl. XV)).
    15 - Frederik Hendrik verliet op 12 oktober de Staatse legerplaats Assenede (Briefw. C. Huygens IV, p. 80, p. 88 en p. 90). Tien dagen later verscheen hij weer in Den Haag (Correspondance d'Estrades I, p. 210-212).
    16 - Louise Henriëtte (1627-1667), oudste dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Zij huwde in 1646 keurvorst Friedrich Wilhelm van Brandenburg.
    17 - Johan Maurits (1604-1679), graaf van Nassau-Siegen, de ‘Braziliaan’, bleef ongehuwd (NNBW I, kol. 1222-1224). Eind september bracht de graaf een bezoek aan het Staatse legerkamp te Assenede (Briefw. C. Huygens IV, p. 80: ‘Ce devant disner [29 september] M. le comte Maurice a donné à S.A. le divertissement de la dance de ses sauvages nuds, en presence de beaucoup de monde de toute sorte, fors que de femmes de ministres’).
    18 - Op advies van de prins verleende de Raad van State op 3 november de commissie van Staats gouverneur van Wesel aan graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen (Het Staatse leger IV, p. 342).
    19 - Thomas van Stakenbroeck († 17 september 1644), luitenant-generaal der cavalerie, gouverneur van Grave, stierf op 86-jarige leeftijd. Als zijn opvolger was graaf Herman Otto van Limburg Stirum aangewezen.
    20 - Graaf Herman Otto van Limburg Stirum, Staats gouverneur van Wesel, was op 17 oktober 1644 gestorven, volgens zijn artsen ‘par des pilules d'opium qu'il y a longtemps qu'il s'estoit accoustumé à prendre en abondance’ (Briefw. C. Huygens IV, p. 90). Zijn zoon Otto († 1679), graaf van Limburg Stirum, zou in 1672 bevorderd worden tot generaal-majoor (Het Staatse leger VI, p. 150).
    21 - Omdat zijn zoon Willem in 1630 de benoeming had ontvangen van generaal der cavalerie, stelde Frederik Hendrik hoge eisen aan de loyaliteit van de kandidaten voor het luitenant-generaalschap. De prins maakte geen geheim van zijn voorkeur voor graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen (Het Staatsche leger IV, p. 55, p. 187-188 en p. 332, en Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 418-420).
    22 - De Staten van Friesland hadden Willem Frederik (1613-1664), graaf van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland (NNBW I, kol. 1573-1575), op de voordracht geplaatst.
    23 - De Zweedse correspondent Harald Appelboom was beter geïnformeerd over het verloop van de Zweeds-Deense oorlog; vgl. no. 7109.
    24 - De lange wacht van de vloot van vice-admiraal Witte de With in de wateren van het Skagerrak; zie no. 7092.
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    [text]
    [text]
    [text]