eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    370

    4141. 1639 juni 3. Van P. Pels1.

    Mijnheer,

    U Ex.cie aengenaeme van 30 aprill2 hebbe ick ontfangen, dien aen Jaski3 well bestelt.

    Het besleuyten van 't France lager in Italliën sall veel desseings veranderen. Ten waere de groote progressen van Bannier4, ick geloove de vlamme waer in Dennemarcken uytgeborsten.

    Den kay. ambassad.r en vicecantz.r graff Curts5 is vor 2 daegen met een orloghschip van Dennemarcken hier aenkommen dor Preuyssen over Slesingen naer Ween te raysen. Tot Holland 12 mijlen van hier is hem den churvorst van Brandeborgh6 tegemoet gegaen ome daer met hem te spreecken. Aernem7 was tot Weenen ooc aenkommen.

    Tot Coninxbergen wort den toll genommen sonder eenigh empeschement tot groote incomoditeyt van dese stadt daer den coning van Dennemarcken8 de scheepen op de reede blijft. Niemanden en kan hem in sulcken desseings richten. Ick geloove dat se in Dennemarcken selve niet en verstaen het eynde van de confuse exorbittante proceduren d'een tegens d'ander. Dese stadt hadde over den salpetter op versouck van haere geinterresserde (?) borgers an den coning van Dennemarcken over den salpetter geschreven; men heft daer den brieff niet willen aennemen ofte openen, dat ooc absurd is; wat de differencie met sijne may.tt van Polen9 aengaet sij sauden naer sijne may.tt deputtieren, maer niemanden en wilt daeraen. Den grave van Egmont10 comp hun droomende vor. Soo de saacke niet van den rijxdagh geaccomodeert wordt, soo vreese incomoditeyt. De ambassad.r van H.H.M.11 sauden mijns oordeels vrij wat doen konnen, maer den tijt gaet dor.

    Ick blijve, mijnheer,

    u Ex.cie diener
    P. Pels.

    3 Iunio 1639, Dansick.

     

    Met den eersten compt eenen ambassad.r uyt Polen12 ome naer Vrancrijck te

    371

    gaen. Den hoffm.r13 van prins Casamir14 was hier aenkommen, clage seer over de harde proceduren [van]15 de Françoysen.

    Adres: Son Ex.cie Monsieur l'ambassadeur de Swede.

    Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 12 Iulij.

    En in dorso: 3 Iunij 1639 Pels.

    Notes



    1 - Hs. Den Haag, ARA. Eerste afd. coll. Hugo de Gr. Aanw. 1911 XXIII no. 16. Eigenh. oorspr. Paulus Pels was Staats agent te Danzig.
    2 - Ontbreekt.
    3 - Israël Köhne, genaamd von Jaski; het betreft no. 4089.
    4 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    5 - Ferdinand Siegmund Kurz, graaf van Senftenau.
    6 - Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg.
    7 - Hans Georg von Arnim-Boytzenburg.
    8 - Christiaan IV.
    9 - Wladislas IV (VII).
    10 - Lodewijk, graaf van Egmont. Het betreft zijn aanspraken op het hertogdom Gelre. In de brieven van en aan Willem de Groot wordt hierop herhaaldelijk gezinspeeld; vgl. no. 3114 (dl. VIII) en de nos. 3457, 3504, 3514, 3638, 3655, 3668, 3686, 3703 en 3725 (dl. IX). Zie ook J.J. Poelhekke, De Vrede van Munster, pp. 184-185, met name p. 185 n. 1.
    11 - Dit gezantschap heeft geen doorgang gevonden.
    12 - Christophe Corvinus Gasziewski.
    13 - Gotthard Wilhelm Butler.
    14 - Jan II Kazimierz.
    15 - In de tekst staat een doorgestreept ‘tegens’ zonder dat dit door een ander woord vervangen is.