eLaborate
::: eLaborate options :::
    Show pagebreaks
    Show variations
    Search



    Searchform

    Fulltext search

    Search domain

    Search site
    Search current document

    Letter



    484

    4145A. 1639 juni 4. Aan [P. Spiring Silvercrona].1

    De saecken gaen hier soo taemelijck wel. Hesdyn wert met 36 stucken beschoten, een uytvall is wel gerepousseert. Men hoopt die plaetse, die Vranckrijck om de groote naerderheyt veel nutter is als die den vijandt quaet can doen, Fransch sal sijn voor Saint-Jean.2 Wij hooren hier dat mijnheer den prince van Orange weynich werckx daeraeff maeckt ende mijnheer den cardinael, hoorende 't voornemen van mijnheer den prince van Orange, seyt: voila, de b[e]aux violons. Monsieur de Fecquire,3 de Maes sijnde gepasseert, schijnt Mommedy te willen belegeren. Mijnheer den mareschall de Chastillon4 heeft het colyck ende een dobbelde anderdaechsche coortse, niet t'eenemael sonder peryckel sijnde te Compiègne; sijn leger gaet nae Guise. De Fransche vloote is in zee ende meent, soo veele gissen, haer te vougen bij de Hollanders om yet aen te grijpen bij de Vlaemsche custen off, soo dat niet en valt, Spangiën te beschaedigen. Aen mijnheer den hertoch van Wiemaren5 wert het beloofte gelt nu eerst gegeven. Infanterie ontbreckt hem vooralsnoch om yet te doen in Duytslandt.

    In Italiën gaen de saecken voor Vranckrijck quaelijck. Den hertoch van Longueville6 blijft noch te Lion, sijn volck passeert allenskens de bergen, nae 't oude kerckhoff van de Françoysen, insonderheyt in de somer. Tryn is in handen van de Spangiaerden ende oversulcx aen de Françoysen alle wech affgesneden om Casal te ontsetten. Monsieur de Chavigny7 heeft sijn best gedaen om soowel Thurijn als 5 ofte 6 andere steden die de weduwe van Savoyen8 noch in handen heeft, te becomen in bewaeringe van Fransche guarnisoenen, alsoo die van Piedmont door de groote inclinatie die sij hebben aen de twee princen van Savoyen,9 alle die plaetsen die in haere handen sijn, overgeven, maer de weduwe wel weetende wat haet sij alreede heeft behaelt door het volgen van de Fransche parthie, schroomt verder haer te engageren ende quaem gaeren tot de neutraliteyt, die père Menot10 soolange geraeden heeft ende daerdoor in de indignatie gecomen sijnde van het hoff van Vranckrijck, door de weduwe, vanhier daertoe geperst sijnde, is uyt het hoff van Piedmont versonden, maer niet soo men hier wilde, nae Pignerol.11 Men slaet hier voor die plaetsen, soo die in handen sijn van de weduwe, als die bij de Spaenschen ofte twee Savoyesche princen werden beseten, te stellen in bewaeringe van den paus totdat de vreede sal werden gemaeckt, maer ick meene die Spangiaerden, die alreede veele innehebben ende de rest haest meenen te becomen, daertoe niet licht en sullen verstaen.

    485

    De saecken van de lantgravinne12 werden hier minder behartigt om de groote successen van den heer Banier.13 De voorgenomen neutraliteyt meen ick niet dat sij licht sal becomen, elck parthie op haer voordeel lettende. Soo haere vorstelijcke Genade wedercompt in het oorloch, dat soude de saecken van monsieur d'Estampes seer verschonen14 ende misschien hem wederbrengen in sijne ambassade, alsoo monsieur de La Barde,15 weetende hier meer voordeels te doen, sich niet sonder groote moeyte bij mijnheer den cardinael heeft geëxcuseert ende sijne excuse is aengenomen. Vranckrijck thoont in alles dat sij wel op haer eygene saecken letten ende anderen tot haer voordeel connen gebruycken.

    Den prins Casimir,16 claegende over de gevanckenisse te Selon, is gebracht nae Cisseron,17 daer hij nu seyt veel arger te sijn, ende gebruyckt prins Radzivil18 ende anderen om gebracht te werden in de Bastille ofte in 't Bois de Vincenne, maer men vreest dat middel gesocht wert om onderwegen te esschapperen.

    Soo daetelijck compt bij mij den collonel Bets19 met brieven van sijne vorstelijcke Genade van Wiemaren om hier te bevorderen de wisselinge van Jan de Weerth ende Enckefort met den mareschall Horn, Tupadel ende Schavellitsky.20 Godt geve gluck daertoe, 't en sal aen onse arbeyt niet gebrecken. Den prins van Condé21 seggen eenige dat gaet nae Pompelone.22 Den hertoch van Longueville wert bij eenige suspect, alsoff hij sijnen sweeger den prince Thomas te veel favoriseerde;23 is noch ontrent Lion ende niet meer als één regiment die bergen gepasseert. De Françoysen senden eenige scheepen, oock volck te lande nae Nissa, offet geattacqueert wierde te defenderen. Melo24 maeckt in Italiën ende bij Constans een leger om tegens de Elsas te gaen. 's Coninckx vloot is bij Belle-Isle. 't

    486

    Leger van Isemburch25 is gecomen bij Aire ende heeft Ardres26 versterckt van guarnisoen. Veele vremden vertrecken van Lion nae Avignon ende Geneve om de nieuwe exactie.

    Bovenaan de copie staat: Parijs, den 4 Juny 1639.

    Notes



    1 - Hs. Stockholm, RA, Extranea 23, copie. Vgl. no. 4145 (dl. X). Vermoedelijk betreft het hier een door Spiring naar Stockholm verstuurd afschrift van de Nederlandstalige nieuwsbrief die Grotius zijn Hollandse correspondenten Reigersberch en Spiring op deze dag deed toekomen. Zie voor de door Grotius vermelde nieuwsfeiten ook de andere brieven van 4 juni 1639 (nos. 4142, 4144 en 4145 (dl. X)).
    2 - De feestdag van Johannes de Doper valt op 24 juni. Hesdin (Heusden) kwam eerst op 30 juni 1639 in Franse handen (no. 4198 (dl. X)).
    3 - Manasse de Pas, markies van Feuquières, voorheen Frans ambassadeur in de Duitse landen, luitenant-generaal in het Franse leger.
    4 - Gaspard III de Coligny, graaf van Châtillon, maréchal de France.
    5 - Hertog Bernhard van Saksen-Weimar.
    6 - Henri d'Orléans, hertog van Longueville (1595-1663), was met een leger onderweg naar Italië.
    7 - Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny en Buzançais, van 1632 tot 1643 staatssecretaris van buitenlandse zaken.
    8 - Christine de France, hertogin van Savoye, zuster van Lodewijk XIII (‘Madame’). Haar echtgenoot Vittorio Amadeo I van Savoye was op 7 oktober 1637 gestorven.
    9 - Kardinaal Maurizio en Tommaso Francesco van Savoye.
    10 - Pierre Monod S.J. (1586-1644) (‘pater Menotus’). Grotius had in maart 1637 bezoek van Monod ontvangen, toen deze in opdracht van Christine de France in Parijs verbleef; zie no. 2989 (dl.VIII) en no. 6839 (dl. XV). Zijn conflict met de Franse regering moest de jezuïetenpater uiteindelijk met de vrijheid bekopen (Claretta, Storia della Reggenza I, p. 173-175 en p. 246-268).
    11 - Pinerolo (ten zuidwesten van Turijn).
    12 - Amalia Elisabeth van Hanau-Münzenberg, landgravin van Hessen-Kassel.
    13 - De Zweedse veldmaarschalk Johan Gustavsson Banér.
    14 - Jean d'E(s)tampes de Valençay (1595-1671) had van november 1637 tot februari 1639 als ordinaris ambassadeur van Frankrijk in de Republiek vertoefd (Schutte, Repertorium II, p. 8; DBF XIII, kol. 174). Tijdens onderhandelingen in Wesel (voorjaar 1639) ‘over de Hessische saecken’ had hij naar het oordeel van Richelieu Frankrijks belangen niet behoorlijk voorgestaan (nos. 3985 en 4002 (dl. X)).
    15 - Jean de La Barde (Labardaeus) (ca. 1603-1692), diplomaat en historicus, verwant en zaakgelastigde van Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny (nos. 4091 en 4118 (dl. X)).
    16 - Jan II Kazimierz (Johan Casimir) (1609-1672), broer van de Poolse koning Wladislas IV en in 1648 zijn opvolger, werd door de Franse autoriteiten gevangen gehouden, omdat hij zich in opdracht van Spanje schuldig zou hebben gemaakt aan bespionering van de Franse kust ter hoogte van Marseille; vgl. no. 3619 (dl. IX).
    17 - Salon-de-Provence en Sisteron (ten zuiden van Gap).
    18 - Boguslaus Radziwill (1620-1669), zoon van Janus Radziwill, castellanus van Wilna (Vilnjoes) (A. Jobert, De Luther à Mohila, p. 415; no. 4144 (dl. X)).
    19 - Friedrich Betz, officier en gezant, zaakgelastigde van Bernhard van Saksen-Weimar.
    20 - Johan van Werth en zijn officier Adriaen von En(c)kefort († 1663) (ADB VI, p. 148-150) waren op 3 maart 1638 door Bernhard van Saksen-Weimar krijgsgevangen gemaakt. Diplomatiek overleg moest leiden tot hun uitwisseling tegen de Zweedse veldmaarschalk Gustav Karlsson Horn, die sinds de slag bij Nördlingen (6 september 1634) in Beierse gevangenschap verkeerde, alsook tegen Georg Christoph von Taupadel (Taubadel) en Bernhard Schaffalitzky, officieren uit het leger van hertog Bernhard. Schaffalitzky was op 2 of 3 oktober 1638 in vijandelijke handen gevallen (no. 3817 (dl. IX)), Taupadel had op 9-10 augustus 1638 zijn vrijheid verloren in de slag bij Wittenweier, ten noorden van Freiburg aan de Rijn (no. 3749 (dl. IX)).
    21 - Henri II de Bourbon, prins van Condé.
    22 - Pamplona.
    23 - Francesco Tommaso van Savoye (1596-1656), prins van Carignano (supra, n. 9), was in 1625 gehuwd met Marie de Bourbon-Soissons (1606-1692), dochter van Charles de Bourbon (1566-1612), graaf van Soissons. Henri d'Orléans, hertog van Longueville (supra, n. 6), huwde in 1617 in de eerste echt een zuster van Marie de Bourbon-Soissons, Louise (1603 -† 9 september 1637) (Europäische Stammtafeln, Neue Folge III, Tafel 90).
    24 - Francisco de Melo (1597-1651), graaf van Assumar (Diccionario de Historia de España II, p. 996-997).
    25 - Ernst von Isenburg (1584-1664), bevelhebber in het Spaanse leger der Zuidelijke Nederlanden (Europäische Stammtafeln, Neue Folge XVII, Tafel 73).
    26 - Aire-sur-la-Lys en Ardres (ten zuidoosten van Calais).